Archief Postelse abdij vanaf heden ook digitaal toegankelijk
Historici en heemkundigen kunnen hun hart ophalen: het archief van de abdij in Postel is online te raadplegen.
Zonder aarzelen pakt abdijarchivaris Ivo Billiaert een broos ogend en vergeeld perkament op om deze aan de toegestroomde fotografen te tonen. De eeuwenoude archiefstukken van 'zijn' Postelse abdij zijn nu online te vinden en te doorzoeken op de website van het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC). Een zware last is naar eigen zeggen van Billiaert afgevallen, die sinds 2010 het beheer had over het archief. "Ik ben blij dat alles nu is veiliggesteld."
Dat het Postelse archief nu online toegankelijk is, betekent goed nieuws voor iedereen die zich verder wil verdiepen in de geschiedenis van de Kempen en de regio Helmond: een groot deel van het Belgische archief bestaat uit documenten uit onder andere Reusel, Helmond, Bergeijk en Veldhoven. De Kempische en Helmondse inbreng in het Belgische archief is niet zo verrassend: tot 1618 behoorde de Postelse abdij tot de Franstalige abdij van Floreffe (in het huidige Wallonië), die ook vele gebieden in Brabant onder haar hoede had.
Zo is er een document uit 1201 waarin is vastgelegd dat de abt van Floreffe een lid van de Postelse abdij mag voordragen als pastoor in het Kempische dorpje Lage Mierde. Nadat de Vlaamse abdij zich had afgescheiden van 'moederabdij' Floreffe gingen vele goederen en kerkelijke rechten in de Brabantse regio over van Floreffe naar Postel. Dit leverde wederom een schat aan Brabantse archiefstukken op.
Monnikenklus
Veel meer is er meestal niet bekend over de inhoud van de documenten, die grotendeels in het Latijn zijn opgesteld en mogelijk teruggaan van 1173 tot aan 1797. Hier ligt een mooie taak voor onderzoekers en heemkundekringen, volgens Jan Sanders (BHIC). "Zij kunnen de documenten verder vertalen en interpreteren. Dat zal wel een monnikenklus worden. Maar mogelijk herbergt het archief vele verborgen schatten."
Het digitaliseren van de documenten was een monsterklus voor het Rijksarchief Antwerpen-Beveren, dat hiervoor samenwerkte met k.ERF (Kempisch Erfgoed). Maar het was het waard, volgens rijksarchivaris Johan Dambruyne. "We kregen hiermee de kans om waardevol cultureel erfgoed te ontsluiten voor een breder publiek."
Voor Billiaert zit een deel van zijn werk er nu op. Nu het archief voor iedereen toegankelijk is, zal hij minder vaak worden benaderd door historici en genealogen om 'iets op te zoeken'. "Ik kan hen nu naar de website verwijzen", glimlacht hij.