Het Geslacht Hazenberg
van het Groningse Westerkwartier naar het eiland IJsselmonde
Inleiding:
Voor zover we kunnen teruggaan is Leek het stamdorp van de Hazenbergs. Daar treffen wij hen aan na 1672.
In dat jaar beginnen de doop- en trouwboeken van Leek, nadat de Munstersen flink in het dorp hadden huis gehouden en de kerkboeken verloren waren gegaan.
Hoelang de Hazenberg's toen reeds in Leek woonden kunnen we niet nagaan. Wel komen we in het huisarchief van Nienoord een acte tegen waarin sprake is van een koopbrief (nr.71, 2 oct.1551), waarbij Johan Berentsz. en Lubke zijn vrouw aan de familie Ewsum twee roeden veen verkopen gelegen te Nuis,genoemd de "Haasehacker", grenzende ten noorden aan de Leydijk. In 1534 (huisarchief nr.30) is sprake van een verzegeling, waarbij Heijne Wobbema verkoopt aan Jemme Allema een jaarlijkse rente van 15 gulden en 10 stuiver uit Wobbemaheerd te Noord-wijk,waarvoor zich borg stelt Wigbolt Berentz. in de Boteringestraat te Groningen.
We hebben hier dus met akten te maken waarin een Haasenacker, een Johan Berentz en een Wigbolt Berentz voorkomen,maar er is geen bewijs dat hier van een verwantschap sprake is.
In 1672 woont in Leek maar één Hazenberg, nl.Wigbolt Berendsz. We weten niet wat hij daar gedaan heeft,maar vrij zeker is hij bij het vervenen van land betrokken geweest.
In die dagen was het dorp Leek in handen van één eigenaar, de heer van Nienoord. Hij bezat de grond en er mocht geen huis gebouwd worden zonder zijn toestemming. Kreeg men toestemming, dan werd een contract getekend, waarin opgenomen was dat er jaarlijks een bepaald bedrag aan pacht moest worden betaald.
Merkwaardig is dat de Hazenberg's niet in Leek zijn blijven wonen, doch zich in de 18e eeuw verplaatsten naar Grootegast. Waarom dit gebeurde is niet duidelijk. Waren er vroegere banden aan deze plaats? We weten het niet, daar er in Westerkwartier geen oud-rechterlijke archieven uit die tijd bewaard zijn.
Bijgaande afbeelding laat Leek zien rond 1792, vanaf de plaats waar nu de "Drie Provinciën" staat, waarin de familievereniging Hazenberg werd opgericht.
I.
Wigbolt Berents., ook genaamd Wigbolt Beerents, wonende in Nietap, is geboren tussen 1640 en 1645 in Leek, is overleden na 1709.
In het huisarchief van Nienoord is een stuk bewaard gebleven gedateerd 15 april 1700 waarin Wigbolt Berens en Derk Fransen “attesteren en verklaren in alle opregtigheit, ... , als dat wij hebben bewoont voor de bisschops tijt, des jaars 1672 een behuijsinge van twie kamers, met een kleijn kamertjen en schure, staende doenmaals in de Dwenger op de Lieke ... toebehoren de brouwer Uphuis tot Groningen”. Volgens mevrouw E.C. Geerdink-van der Worp betreft dit het pand met nummer 134, gelegen aan de zandweg naar Nietap. Gezien de hoge heemste, de pacht die latere eigenaren betalen in 1781, 1796 en 1803, moet het een groot pand zijn geweest. Het fungeert dan als rechthuis annex tapperij. Mogelijk heeft Wigbolt Berents daar ook al een tapperij gevoerd. Mevrouw Geerdink heeft tot aan het begin van de Franse tijd geen vermelding van andere tapperijen gevonden. Dat was wel het geval in Nietap, dat buiten de invloedssfeer van de heren van Nienoord viel.
Wigbolt Berents en Grietie komen voor op de lidmatenlijst van Leek (1686). Bovendien is er een stuk bewaard gebleven in het huisarchief van Nienoord van 15-4-1700 waarin Wigbolt Berens en Derk Fransen "attesteren en verklaren in alle opregtigheit, ... , als dat wij hebben bewoont voor de bisschops tijt, des jaars 1672 een behuijsinge van drie (of: twee, N.) kamers, met een kleijn kamertjen en schure, staende doenmaals in de Dwenger op de Lieke ...".
In het lidmatenboek van de Gereformeerde Kerk van de stad Groningen 1594-1660 komt nog voor: "Junius 1621; Wigbolt Berentz schoemaker met sin huisfrouwe Grietien Österstrate" (als hier al sprake is van een familierelatie, zal dit - vanwege de datering- een grootvader van de nu opgenomen Wigbolt Berents kunnen zijn).
Wigbolt trouwt (kerk) rond 1670 met Grietie Willems ook genaamd Grijtie. Grietie is overleden vóór 1692.
Het Familieboek Hazenberg geeft haar het patroniem Willems. Bij doop van de kinderen is de naam van de moeder echter niet vermeld. De voornaam Gretie, zonder patroniem, komt samen met Wigbolt Berents voor in het lidmatenboek van 1686 van Midwolde-Leek (in de lijst de Leek) en zij wordt ook vernoemd (dan Grijtie) onder de kleinkinderen. Het patroniem Willems is vermoedelijk toegevoegd op basis van de naam van de vermoede tweede zoon, Willem. De voornaam van haar vader kan echter evengoed Frerick geweest zijn.
Kinderen uit dit huwelijk:
a.
Frerick Wigbolts Hasebergh (doop niet gevonden), koopman en herbergier.
Bij de Groninger Archieven bevindt zich een onderhandse akte uit 1701 van Freerick Wigbolts te Roderwolde, waarin hij verklaart brieven te hebben gelezen van Arent Eggen aan zijn vrouw Eijlcke Eijls.
Bij enkele stukken in het Drents Archief (archief van De Winsinghhof te Roden, 0598) duikt hij op met familienaam:
? 1738 – Akte van overdracht na openbare verkoop door Frerick Wigbolts Hasebergh te Foxwolde aan Jan Jansen en zijn vrouw Margien Stevens van twee percelen land bij de plaats in Foxwolde gelegen.
? 1738 – Akte van overdracht na openbare verkoop door Frerick Wigbolts Hasebergh te Foxwolde aan de koopman Coob Ybinge en zijn vrouw Grietien Stevens van een perceel land bij de plaats in Foxwolde gelegen, 1738; met in dorso kwijting door Coop Ybes aan Jan Jansen voor de koopprijs van dit perceel 1750.
In de Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Roden, Foxwolde, 1742 (pagina 3673), nog een vermelding zonder familienaam: Freerick Wigbolts cueter, preesenteert herberg en copenschap,bedrag: ƒ 02-00-00.
Zijn dochter Grietjen Freriks Haseberg tr., als jongedochter afkomstig van Foxwolde, Roderwolde 19 dec. 1739 Tiebbel Luitjes, jongeman afkomstig van Oosterwolde. Tjebel Luitje betaalt in 1754 te Foxwolde f 1 aan haardstedegeld. Hij is in bedrijf als “ceuter”.
Verder is er een akte uit 1755 van overdracht door Grietien Hasebargh en haar bruidegom Gerryt Roelfs te Foxwolde aan C.S. Nijsingh, W. Atlas en Jan Jansen van al haar vaste goederen in Foxwolde en elders gelegen, ter aflossing van haar schulden aan deze drie crediteuren; in dorso kwijting door Willem Atlas aan Jan Jansen voor ontvangst van het bedrag van zijn vordering en cessie van zijn aandeel, 1759
Frerick tr. (kerk) Midwolde-Leek 29-10-1699 met Aucktien Harckema, geb. Foxwolde.
b.
Berend Wigbolts, volg II.
c.
Cattrijnne Wigbolts, ged. Leek 31-10-1675.
d.
Willem Wigbolts, timmerman op Nienoord, ged. Leek 22-8-1677, ovl. rond 1719.
W.T. Vleer verhaalt in Hazenberg-Post nr. 21, april 1964 over hem. Willem zou een belangrijke rol hebben gespeeld in de strijd tussen de boeren van Een en de heer van Nienoord vanwege schapenroof bij de Zwartendijksterschans.
Willem was gehuwd met Fenje Berents ook genaamd Fennechien Berents. Fenje is afkomstig uit Leek. Fenje was later gehuwd (2) met Hindrik Christoffers. Fenje was later gehuwd (3) met Albert Hindrix. Fenje was later gehuwd (4) met Windelt Koenes.
Van Willem en Fenje zijn vier kinderen bekend.
e.
Anneke Wigbolts, ged. Leek (met haar tweelingzuster) 21-8-1681.
f.
Angeniete Wigbolts, ook genaamd Agneta Wigbolds, ged. Leek (met haar tweelingzuster) 21-8-1681, ovl. Groningen december 1744 in Groningen (registratie 21 dec. 1744).
Angeniete tr. (kerk) Midwolde-Leek 10-2-1704 met Karst Reuwes ook genaamd Karster Reemens, afkomstig uit Leek, ovl. vóór 1713.
Van Karst en Angeniete zijn twee kinderen bekend.
II.
Berend Wigbolts., geb. Leek 1673, ovl. vóór 6-9-1713, tr. Leek 30-4-1693 (ondertr. ald. 16-4-1693) met Aechtie Cornelis ook genaamd Aagtje Cornelis, geb. Noordhorn 1675.
De namen van Berent Wigbolt en Aechtie Cornelis staan op de lidmatenlijst van Leek van 6 september 1713. Achter zijn naam staat “doot”, maar dat zal er later bijgeschreven zijn.
Kinderen uit dit huwelijk:
a.
Wigbolt Berends, geb. Leek rond 1695, begr. Leek 9-11-1768, tr. (kerk) Midwolde 14-5-1724 met Tetje Sacharias, begr. Midwolde-Leek 7-7-1761.
Wigbolt werd in 1727 met enkele anderen (waaronder ook Eppe Thies, de echtgenoot van Annegien Sipkes Landt, beboet door de grietman van Vredewold, Johan Geertsema, voor het illegaal vissen in het Sultermeer (de toenmalige naam van het Leekstermeer). Zij bestreden echter dat het ongeoorloofd was, omdat zij toestemming hadden van - en huur hadden betaald aan de heer Koningh uit Peize, die daartoe gerechtigd was.
RA Groningen, boek Midwolde/Leek 297 - 299 Handelingen kerkenraad:
"Register der gene, die na ene voorgaende belijdenisse des geloofs angenomen zijn onder den dienst van Obbo Copinga". Obbo Copinga was Nederduits Gereformeerd predikant te Midwolde en Leek van 1730 tot 1775 (zijn dood), waarbij de kerk te Midwolde de belangrijkste was, daar deze gebruikt werd door de familie van Inn- en Kniphuizen (Nienoord) om ter kerke te gaan. De kerk te Leek stond dus eigenlijk iets minder in aanzien, vandaar dat velen zich lieten inschrijven in Midwolde. Het register is geschreven door Obbo Copinga zelf.
Op blad 1 van het register staat:
Rechtsboven: "Wigbold Beerents met Tetje Zacharias".
Rechtsonder: "Albertje Thiessens".
Op blad 2 van het register staat (Let op: de datum linksboven aan de bladzij 1662 is een verschrijving, moet zijn 1762 !):
Linksboven: "Luitjen Beerents en Cornellis Beerents".
Van Wigbolt en Tetje zijn vier kinderen bekend.
b.
Cornelis Berends Hazenberg, ged. Leek 5-9-1696, ovl. vóór 1705.
c.
Grijtie Berends, ged. Leek 25-10-1700, ovl. vóór 1702.
d.
Grijtie Berends, volg III.
e.
Cornelis Berends, ged. Leek 27-2-1705, tr. (kerk) Midwolde 5-8-1742 met Albertje Thiessens, ged. Midwolde 20-12-1711, dochter van Thies Martens en Jantien Theunis.
Van Cornelis en Albertje zijn vijf kinderen bekend.
f.
Pieter Berends ook genaamd Pieter Beerents van Leek, ged. Tolbert 14-10-1708, tr. (kerk) Leek 17-6-1736 met Geeske Meertens, ged. Midwolde 13-9-1713, dochter van Meerten Jochems en Hendrikjen Jans.
Van Pieter en Geeske zijn acht kinderen bekend.
g.
Luitjen Beerents Hazenberg, ged. Leek 12-3-1712, tr. (kerk) Leek 25-12-1735 met Zaekje Beerents, afkomstig uit Leek.
Van Luitjen en Zaekje zijn zeven kinderen bekend.
III.
Grijtie Berends., ook genaamd Grietje Berends Hazenberg, ged. Leek 4-2-1702, ovl. vóór oktober 1744, tr. (kerk) Leek 1-7-1731 met Wybe Wiggels, ook genaamd Wijbe van Wiggels en Wybe Wiggeles, ged. Oldeboorn 1-9-1709, wonende in Diepswal .tussen Zevenhuizen en Leek, begr. Midwolde-Leek 18-6-1751, zoon van corperaal (1704) Wiggele Gerrijts en Wytske Wybes.
Wybe tr. 2e (kerk) Tolbert 25-10-1744 met Trijntje Jentjes.
Trijntje tr. 2e (kerk) Tolbert 28-1-1753 met Cirk (Circk) Tomas, ged. Tolbert 22-2-1728, zoon van Tomas Derks, uit dit huwelijk zijn drie kinderen bekend.
Kinderen uit het huwelijk van Grijtie en Wybe:
a.
Willem Wybes Hazenberg, wedman van Langewold Westerdeel, ged. Leek 2-12-1731, ovl. vóór 1811, tr. (kerk) Grootegast 5-7-1761 met Eenje (IJnje) Pieters de Roo, ged. Grootegast 25-2-1731, begr. Grootegast 21-4-1792, dochter van Pieter Jans de Roo (boer op Hayemaheerd) en Trientje Jans.
Van Willem en Eenje zijn vijf kinderen bekend.
b.
Wiggele Wybes, landbouwer en diaken, ged. Leek 4-10-1733, ovl. Grootegast vóór 1811, tr. (kerk) Grootegast 17-12-1758 met Nyne Leffers, ook genaamd Trientje Lebbes, ged. Grootegast 19-12-1734, ovl. Grootegast vóó 1762, dochter van Leffert Romts en Geertje Zymens.
Lidmaten Grootegast-Doesum: "21-12-1760 op belijdenis: Wiggel Wijbes tot Grootegast"
Ledematen Niekerk, Oldekerk en Faan: "Wiggel Wijbes is met attestatij als Litmaat van Doesum tot ons gekomen den Januarij 1765".
Van Wiggele en Nyne is een kind bekend
c.
Berend Wiebes Hazenberg, volg IV.
d.
Wytse Wybes Hazenberg, dagloner, ged. Leek 4-10-1739, ovl. Grootegast 29-7-1822, tr. (kerk) Grootegast 23-12-1770 met Freerkje Klasens Bolhuis, ged. Grootegast 2-10-1746, ovl. Grootegast 10-12-1841, dochter van Klaas Abels van Bolhuis en Jantje Zipkes.
Kinderen uit het huwelijk van Wybe en Trijntje:
e.
Loetske Wybes, ged. Tolbert 5-12-1745, ovl. Grootegast 19-9-1817, tr. 1e (kerk) Grootegast 16-8-1772 met Willem Harms, schoenmaker, ged. Grootegast 28-4-1743, ovl. Grootegast vóór 1798. Loetske tr. 2e (kerk) Grootegast 6-5-1798 met Foppe Heines, afkomstig uit Grijpskerk, ovl. vóór 1817.
f.
Aaltje Wybes Hazenberg, geb. Leek, ged. Tolbert 31-12-1747, ovl. Doezem 28-2-1827, tr. met Sikke Dirks van der Molen, ged. Grootegast 9-10-1746, ovl. Grootegast 25-7-1814, zoon van Derk Jilles en Grietje Jacobs.
g.
Joukje Wybes, ged. Tolbert 11-1-1750, verder niets van bekend.
IV.
Berend Wiebes Hazenberg, ook genaamd Berend Wijbes Hazenberg, landbouwer, koopman, landeigenaar en collector, ged. Leek 13-1-1737, ovl. Grootegast 17-1-1815, tr. (kerk) Grootegast 7-6-1778 met Freekjen Jans Zwart, ged. Grootegast 14-4-1748, begr. Grootegast 20-1-1798, dochter van Jan Sipkes Cuiper en Aaltjen Jans Zwart.
Kinderen uit dit huwelijk:
a.
Jan Berends Hazenberg, volg V.
b.
N.N. Hazenberg, begr. Grootegast 7-1-1783.
c.
N.N. Hazenberg, begr. Grootegast 9-3-1784.
d.
Wijbe (Wiebe) Berends Hazenberg, winkelier en herbergier, ged. Grootegast 10-4-1785, ovl. Grootegast 23-12-1855, tr. Grootegast 21-10-1818 met Ieuwkje Berends Mulder, geb. Grootegast 14-5-1792, ovl. Grootegast 10-3-1871, dochter van landbouwer Berend Lubbes Mulder en Wietske Klasens.
Bij hem in de herberg was de zetel van de gemeenteraad, dus het gemeentehuis van Grootegast.
Van Wijbe en Ieuwkje zijn drie kinderen bekend
V.
Jan Berends Hazenberg, landbouwer, ged. Grootegast 24-5-1779, ovl. Grootegast 9-2-1856, tr. (ondertr Grootegast 22-4-1804, 3e proclamatie Grootegast 13-5-1804) met Anke Baukes Piers, ged. Grootegast 21-4-1783, ovl. Grootegast 11-10-1815, dochter van Bauke Pieres en Degina Holst.
Jan maakte deel uit van het gemeentebestuur van Grootegast gedurende "de Franse tijd".
Hier volgt de lijst met namen, die bij de eerste oprichtings vergadering van de gemeente Grootegast aanwezig waren. Beëdigd en geïnstalleerd door de Vrederechter(Haro Caspar von Inn- und Kniphausen, Heer van Nienoord en Vredewold) van het vijfde Kanton Leek.,Departement Westereems, bevattende de Communes of Mairies Leek,Marum,Grootegast,Oldekerk:
"geinstalleerd den 31ste july 1811 en allen present geweest."
Maire: Ipo Frederik Hommes, woonplaats Stroobos;
Adjunct-Maire: Dooitje Baukes Piers,geboren 8 januari 1777 te Doezum
Municipale Raden: Jan Lammerts, Reinje Sijmens Heemstra, geboren 6 september 1771 te Doezum, Jan Hendriks, Jacob Roelfs Hielema, overleden 7 augustus 1817 te Grootegast, Willem Roeters, Jan Sipkes, Jan Fokkes, Jan Berends Hazenberg, Hotze Tonnis Scheeringa en Jan Daniëls Kiestra.
Kinderen uit dit huwelijk:
a.
Berend Jans Hazenberg, landbouwer en grutter, geb. Grootegast 5-8-1805, ovl. Grootegast 16-9-1840, tr. Grootegast 26-5-1832 met Klaaske Jacobs Hielema, landbouwersche en gruttersche, geb. Doezum 9-4-1809, ovl. Grootegast 15-1-1884, dochter van landbouwer Jacob Roelfs Hielema en Trientje Lammerts.
Berend loote in 1824 nr. 26 maar behoefde geen dienst te doen. Zijn signalement: lang 1 el 6 palm en 6 duim (1.75 m), aangezicht ovaal, voorhoofd rond, ogen blauw, neus en mond gewoon, kin rond, haar donker bruin.
Klaaske Jacobs Hielkema komt voor in een verzoekschrift aan de Arrondissementsrechtbank in Groningen, als moeder en voogdes van haar kinderen Jakob en Anke Hazenberg, om een openbare verkoop te houden van 9.16.40 hectare veen en heide in Grootegast. Zij deed dat samen met zes andere gerechtigden (w.o. haar zwager Bauke Piers Hazenberg (die trouwens toeziende voogd was over de genoemde kinderen). Zij allen waren namelijk samen mandelige bezitters van de halfscheid (=helft) van de eigendom van dat onroerend goed. Zij wilden die mandeligheid doen ophouden, omdat anders geen geschikte verdeling kon plaats hebben. Op het verzoek wordt positief beschikt op 7 maart 1856.
Klaaske was later gehuwd (2) met Tjebbe Alberts Ploeg.
Van Berend en Klaaske zijn vier kinderen bekend.
b.
Bauke Piers Hazenberg, volg VI.
c.
Freerktje Jans Hazenberg, geb. Grootegast 13-9-1810, ovl. Oldekerk 2-5-1854, tr. Grootegast 7-1-1850 met Hendrik Heukers, landbouwer en commissionair te Niekerk, ged. Groningen 2-10-1795, ovl. Oldekerk 6-12-1871, zoon van Roelf Heukers en Hillegien Heikens.
Hendrik was eerder gehuwd met Dorothea Pothoff. Hendrik was later gehuwd (3) met Jantje Cazemier.
d.
Degijna Jans Hazenberg, geb. Grootegast 4-12-1812, ovl. ald. 5-12-1812.
e.
Degijna Jans Hazenberg, geb. Grootegast 13-9-1813, ovl. ald. 19-4-1816.
VI.
Bauke Piers Hazenberg, ook genaamd Bouke Piers Hazenberg, landbouwer en commissionair, wonende in Grootegast, geb. 29-8-1807, ged. ald. 20-9-1807, ovl. Grootegast 18-6-1877, tr. Grootegast 15-4-1840 met Trijntje Alberts Zuiderhof, geb. Giekerk 16-6-1812, ovl. Grootegast 1-7-1859, dochter van landbouwer Albert Hattums Zuiderhof en Froukje Sijes Noteboom.
Bauke Piers Hazenberg was eerst bij het onderwijs in Delfzijl. Dat beviel hem niet en daardoor kwam hij op de boerderij van zijn vader te wonen. Behalve boer was hij daar ook commissionair in granen en handelaar in geslachte varkens op Groningen. Dit leverde nogal wat op. Middenin Grootegast liet hij een groot herenhuis bouwen. Van de winst kon hij wekelijks de kosten betalen, zodat toen het huis klaar was het tegelijk met de winst was betaald. De boerderij achter de Hervormde kerk in Grootegast was ook zijn eigendom. Met de kerkvoogdij kreeg hij eens een twist over de vast beklemming, welke door een bepaalde som gelds werd afgekocht.
Bauke Piers Hazenberg was een gezien man in Grootegast. Vanaf 1864 was hij jarenlang raadslid. Tijdens de periode dat Ds. Beerekamp predikant was ging hij over naar de afgescheiden kerk. Zijn kinderen Jan en Freerkje werden toen op 14 en 12 jarige leeftijd gedoopt. (In de Hazenberg Post nr.26, december 1966, zegt W.T. Vleer in een artikel deze feiten onmogelijk te achten, en dat Bauke Piers H. de enige van zijn familie zou zijn die al in 1834 overging naar ds. de Cock en dat zijn familieleden daar tegen geweest moeten zijn).
Tussen de Hervormden en de Gereformeerden bestond in Grootegast een zeer slechte verhouding. De grafzerken van verschillende familieleden, die naar de afgescheidenen overgingen, werden in de gracht van het kerkhof geworpen, zodat in Lutjegast en Grootegast een gereformeerd kerkhof moest worden aangelegd.
Van Bauke Piers Hazenberg wordt nog verteld dat hij met de sjees naar Groningen ging om zaken te doen en dan uitspande bij de "Slingerij"aan de A-weg. Dit reizen was niet gemakkelijk. Geen verharde weg en kan op overvallen. Het was nog in een tijd dat er steeds betaald werd met "klinkende munt". Dit geld werd in een grote zak gedaan en opgeborgen in een bak onder de zitbank. Voor de veiligheid reed dan iemand mee tot halverwege Grootegast. Men achtte dat het gevaarlijkste deel. Van een overval is echter niets bekend geworden, zodat moet worden aangenomen dat het geluk Bauke Piers steeds vergezeld heeft.
Kinderen uit dit huwelijk:
a.
Anke Baukes Hazenberg, geb. Grootegast 28-7-1840, ovl. ald. 4-9-1842.
b.
Frouktje Baukes Hazenberg, geb. Grootegast 19-2-1842, ovl. ald. (ongehuwd) 13-7-1886.
c.
doodgeboren zoon Hazenberg, Grootegast 6-3-1846.
d.
Jan Hazenberg, volg VII.
e.
Berend Baukes Hazenberg, geb. Grootegast 27-11-1849, ovl. ald. 30-11-1849.
f.
Freerktje Baukes Hazenberg, landbouwsche, geb. Grootegast 13-9-1851, ovl. Grootegast 23-1-1926, tr. Grootegast 9-2-1887 met Duurt Sikkema, landbouwer, wonende in Grootegast, geb. Midwolde (Leek) 20-5-1852, ovl. Grootegast 9-3-1915, zoon van landbouwer (op de Hoogetraan te Midwolde) Sikke Willems Sikkema Bregtje Jans Beukema.
Van Duurt en Freerktje zijn vier kinderen bekend.
VII.
Jan Hazenberg, landbouwer, wonende in Lutjegast, geb. Grootegast 14-7-1847, ovl. Lutjegast 24-2-1926, tr. 1e Grijpskerk 18-5-1880 met Grietje Dijk, geb. Visvliet 23-12-1855, ovl. Eibersburen 20-5-1886, dochter van landbouwer Aldert Dijk en Wietske Adema. Jan tr. 2e Marum 26-9-1894 met Jantje van der Velde, geb. Lucaswolde 18-9-1867, ovl. Lutjegast 20-1-1966.
Jan Hazenberg woonde op een boerderij bij de klapbrug te Grootegast, later eigendom van Freerktje Hazenberg, gehuwd met Duurt Sikkema. Tevens was hij bezitter van "Oosterfroma" en "Westerfroma" te Eibertsburen. Als grootgrondbezitter was Jan Hazenberg eigenaar van vele landerijen in de gemeenten Grootegast, Grijpskerk en Achtkarspelen. Veel grond werd door hem ontgonnen te Peebosch. Als veefokker maakte hij eveneens naam. Verder bemoeide hij zich nogal intensief met het waterschap- en polderbeheer.
In de gemeente Grootegast was Hazenberg de voorman van de Anti Revolutionaire partij. Op 1 september 1891 werd hij als raadslid geïnstalleerd en op 30 augustus 1915 woonde hij voor het laatst de raadszitting bij, na als wethouder en locoburgemeester de gemeente gediend te hebben. De Commissaris der Koningin wilde hem in Grootegast tot burgemeester benoemen, wat hij echter meende te moeten weigeren. Jan Hazenberg heeft in Grootegast vooral naam gemaakt als loco-burgemeester toen hij 's avonds om 8 uur de kroegen ging sluiten. Hij kreeg toen de bijnaam: "Jan Achtuur".
Verder was Hazenberg ouderling in de Geref. kerk, was hij bestuurslid van de Chr. school en lid van talrijke organisaties.
Kinderen uit het 1e huwelijk:
a.
Bouke Pier Hazenberg, volg VIII.
b.
Aldert Johannes Hazenberg, geb. Grootegast 7-6-1882, ovl. Westerhorn 29-3-1884.
c.
Trientje Hazenberg, geb. Lutjegast 17-6-1883, ovl. Apeldoorn 10-8-1957, tr. Grootegast 22-10-1906 met dr. Okko Nanning Oosterhof, geb. Bovendijks 14-5-1881, ovl. Groningen 1-11-1942, begr. ald. op de begraafplaats Esserveld, zoon van hoofdonderwijzer Pieter Oosterhof en Jantje Bierma. Hij was dr. theologie VU Amsterdam 1913, (synodaal) gereformeerd predikant te Westerbork 1906-1911, Hijlaard 1911-1917, Borger 1917-1922 en Marum 1922-1939.
Kinderen uit het 2e huwelijk:
d.
Hiltje Hazenberg, geb. Eibertsburen 11-9-1895, ovl. Lutjegast (ongehuwd) 9-3-1979.
e.
Berend Hazenberg, , landbouwer op Schilligeham te Winsum, geb. Eibersburen 8-1-1897, ovl. Winsum 31-10-1991, begr. ald. (Algemene begrfaaplaats) 4-11-1991 na een dienst van Woord en Gebed in de Gereformeerde kerk "Ons Centrum", tr. Uithuizen 2-5-1923 met Martje Bouwman, geb. Saaxumhuizen 21-9-1894, ovl. Winsum 2-11-1980, begr. ald. (Algemene begrfaaplaats) 6-11-1980 na een dienst van Woord en Gebed in de Gereformeerde Kerk "Ons Centrum", dochter van landbouwer Harm Jacobs Bouwman en huishoudster Elje Klaassens Dijkema.
Hij was jarenlang raadslid en wethouder in de gemeente Winsum voor de Anti-Rev.partij. Tevens was hij ouderling in de Geref.kerk en een vooraanstaand man op het gebied van de landbouworganisaties. Ook mag hij genoemd worden als een liefhebber van jacht en visserij.
Van Berend en Martje zijn zeven kinderen bekend.
f.
Ebbeline Hazenberg, geb. Eibersburen 9-9-1898, ovl. Zuidhorn (ongehuwd) 10-7-1991.
g.
Frederik Albertus Hazenberg, veehouder te Lutjegast, Eibersburen 31-1-1900, ovl. Zuidhorn 9-9-1990, tr. Grootegast 30-5-1933 met Pietje Miedema, wonende in Lutjegast en in Westerfroma, geb. Blessum 5-12-1899, ovl. Lutjegast 15-5-1969, dochter van Thomas Miedema en Maaike Kalma.
Frederik woonde op de boerderij die door zijn vader Jan gebouwd werd. Hij heeft jarenlang geijverd voor de Chr. Geref.jeugdvereniging, zowel in plaatselijk als landelijk verband. Sinds 1934 was hij ouderling van de Christelijke Gereformeerde kerk. Meermalen werd hij afgevaardigd naar de Generale Synode. Op politiek terrein was hij sinds 1933 lid van de gemeenteraad van Grootegast voor de Anti-Revolutionaire Partij en sedert 1949 wethouder. Verder was hij provinciaal bestuurslid van de C.B.T.B., bestuurslid van de Boerenleenbank, van het Diaconessenhuis in Groningen, van de gezondheidsdienst voor dieren, enz. Meer dan 25 jaren was hij bestuurslid van het waterschap "de Hilmahuisterpolder". Tevens was hij commissaris en voorzitter van de Coöp. Zuivelfabriek "Grijpskerk", terwijl daarnaast nog diverse kleinere functies werden bekleed.
h.
Geertje Hazenberg, geb. Eibersburen (Westerhornis) 5-7-1907, ovl. Apeldoorn 25-1-1937, begr. te Lutjegast, tr. Grootegast 11-11-1932 met Ibele Heeringa, arts, geb. Groningen 31-5-1908, ovl. Bilthoven 16-3-2000, begr. ald. (begraafplaats Den en Rust), zoon van bouwkundige Gerke Heeringa en Jakoba Groenendaal.
Ibele was huisarts te Apeldoorn 1932-1946 en Garijp 1946-1956, bedrijfsarts Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Universiteit Utrecht 1956-1973.
Ibele tr. 2e Apeldoorn 10-3-1939 met Tonia Jacoba van der Schuit, geb. Amsterdam 12-11-1915, ovl. Bilthoven 24-7-2014, dochter van hoogleraar Jacob Jan van der Schuit en Wilhelmina Elisabeth Mulder.
VIII.
Bouke Pier Hazenberg, burgemeester van Giethoorn en IJsselmonde, wonende in Bos en Duin, in Apeldoorn en in Fromahiem, geb. Grootegast 11-3-1881, ovl. Apeldoorn 2-8-1969, begr. Oldekerk 6-8-1969, tr. 1e Leek 7-11-1902 met Brechtje Boersema ook genaamd Bregtje Boersema, geb. Briltil 18-2-1873, ovl. IJsselmonde 23-2-1941, begr. te Niekerk, dochter van landbouwer Klaas Jans Boersema en Frouktje Sikkema. Bouke tr. 2e Utrecht 2-4-1942 met Catharina Maria Versloot, wonende in Apeldoorn, geb. Woerden 8-10-1895, ovl. Apeldoorn 11-8-1975, dochter van Jan Willem Versloot en Maria Johanna Oskam.
Van 1902 tot 1905 woonde Bouke Pier Hazenberg te Enumatil, waar hij een zetboer op zijn boerderij had. Hier was hij reeds bestuurslid van de Anti-Rev. kiesvereniging. In 1905 vestigde hij zich in Groningen als mede-directeur van de door hem en zijn zwager Harmannus.Hazenberg opgerichte kalkzandsteen- en cementpannen fabriek te Hoogkerk, waar tevens een handel in bouwmaterialen aan verbonden was. In de stad was hij lid van de kerkeraad der Geref. kerk en lid commissie toezicht op de zondagscholen.
In 1909 verhuisde B,P.Hazenberg naar Zuidhorn, waar hij lid van de gemeenteraad en wethouder werd. Tevens werd hij gekozen tot lid van de Prov.Staten in Groningen voor de Anti-Rev. partij. Van de diverse functies die hij in deze jaren bekleedde kunnen we noemen: bestuurslid van de Kamer van Koophandel (grootbedrijf) , oprichter en voorzitter van de Veehoudersbond, voorzitter Boerenleenbank, voorzitter van het schoolbestuur en van de kiesvereniging, voorzitter commissie van toezicht op de arbeidsbemiddeling bestuurslid van de christelijke pers, lid van de kerkeraad der Geref. kerk.
In 1922 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Giethoorn, welk ambt hij tot 1929 heeft uitgeoefend. Tijdens deze periode was Hazenberg lid van het hoofdbestuur van Waterschap Vollenhove, medeoprichter van de B.V.L. en de bond tegen de revolutie. Voor de gemeente heeft hij zeer veel gedaan, waarvan we kunnen noemen: aanleg electriciteit, wegen en kanalenverbetering, aansluiting op de Provinciale drinkwater-leiding. Hij moest echter voor dit alles veel tegenstand (voortspruitende uit conservatisme) overwinnen. Ook deed hij in deze periode veel voor de landwinning en landverbetering.
Na zeven jaar burgemeester van Giethoorn te zijn geweest volgde in 1929 de benoeming van B.P.Hazenberg tot burgemeester van IJsselmonde. Deze gemeente verkeerde in een zeer deplorabele toestand. Op verzoek van Jhr.van Karnebeek, commissaris der Koningin in Zuid-Holland, solliciteerde Hazenberg, werd toen natuurlijk ook benoemd, met de speciale opdracht deze gemeente te saneren.
De dag na zijn benoeming vermeldde de pers dat de gemeenteontvanger er met de kas van door was gegaan. Dus een bemoedigend begin ! Van hetgeen tijdens zijn burgemeesterschap tot 1941 in IJsselmonde tot stand kwam, kunnen we noemen: aanleg en asfaltering van nieuwe wegen, riolering in de hele gemeente, aanleg van een nieuwe drinkwaterleiding, bouw van een R.K., een Chr. nat. en een Gereformeerde school, uitvoering uitbreidingsplannen, aanleg industrieterreinen langs de Maas. De gemeente werd tijdens zijn bewind uit het financiële moeras geholpen. Het inwonertal steeg van 6000 in 1929 tot 15000 in 1941. In 1941 werd de gemeente met medewerking van de Duitsers ingelijfd bij Rotterdam. Hij was dus de laatste burgemeester van IJsselmonde.
Van tal van verenigingen was burgemeester Hazenberg bestuurslid, o.a. ook beschermheer van de padvinderij, oprichter en voorzitter van de plaatselijke burgerwacht.
B.P.Hazenberg vestigde zich in 1941 te Bosch en Duin (Zeist). Vanaf 1952 was hij woonachtig te Apeldoorn "Froma Hiem". Hij was in bezit van een officiële onderscheiding met eerbewijs. Tenslotte dient nog vermeld te worden dat Hazenberg van 1917 tot 8 augustus 1967 lid was de Raad van commissarissen van de N.V. Lyemph te Briltil en vanaf 1940 lid der Raad van commissarissen van de N.V. Deni te Schipluiden, d.i. een fabricage van- en handel in bouwmaterialen.
Kinderen uit het 1e huwelijk:
a.
mr. dr. Jan Hazenberg, advocaat en procureur, burgemeester van Veenendaal, wethouder gem.Wassenaar en wnd.burgemeester Nigtevecht, wonende in Ermelo, geb. Enumatil (Leek) 21-8-1903, ovl. Utrecht 23-2-1989, tr. Goes 29-2-1932 met Martina de Jonge, geb. Goes 16-9-1907, ovl. Harderwijk 17-2-1985, dochter van graan- en zaadhandelaar Jan Martinus de Jonge en Marina Dekker.
Uit: "Veenendaal Voltooid Verleden", deel 2, door Martin Brink
Jan Hazenberg studeerde aan het Willem Lodewijk Gymnasium te Groningen, de juridische faculteit aan de Rijksuniversiteit eveneens te Groningen en promoveerde in 1943 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij woonde na zijn huwelijk in Voorburg en verhuisde in 1933 naar Wassenaar.
Na beëindiging van de rechtenstudie in Groningen werd Hazenberg in 1930 benoemd tot Secretaris Juridisch adviseur van de Nederlandse Bond van Huis- en Grondeigenaren en bouwondernemers te 's-Gravenhage. Deze functie werd vervuld tot 1939. Naast de juridische volgde Mr.Dr.Hazenberg nog een militaire loopbaan, die begon met vrijwillige toetreding bij de kaderlandstorm. Hij werd daar,na verloop van enige tijd sergeant. Bezocht vervolgens de school voor Reserve officieren te Amersfoort. Daarna Vaandrig. In 1925 benoemd tot Reserve 2e luitenant, vervolgens Ie luitenant, kapitein en majoor. Diende na de bevrijding enige jaren in de tijdelijke rang van Luitenant-Kolonel. Vóór 1940 was hij Vrijwillig Commandant van enige afdelingen van het Vrijwillig Landstormcorps Motordienst. Diende als Res. Kapitein tijdens de mobilisatie en oorlogsdagen bij het 44 R.I., gelegerd in het stellinggebied Ochten en werd in de oorlogsdagen belast met het feitelijk commando over het IIIe bataljon. Is nu nog voorzitter van de Vereniging van reünisten-militairen van het 44 R.I.
Hazenberg werd in juni 1941 door de Duitsers gearresteerd en overgebracht naar Schoorl en vandaaruit overgebracht naar de kampen Buchenwalde, Haaren en St .Michielsgestel, Hij behoorde tot de groep gijzelaars die tegen de kerstdagen 1942 werden vrijgelaten met meldingsplicht.
In januari 1943 werd het illegale werk weer aangevangen en ondergedoken. In september 1944 volgde een nieuwe arrestatie, doch deze kon ongedaan worden gemaakt door dezelfde dag nog te ontvluchten, ondanks de kogels die werden nagezonden! Daarna Chef Staf van de B.S. in district Wassenaar. Ongeveer een maand na de bevrijding weer in militaire dienst gegaan en tot eind 1949 gediend te 's-Gravenhage, daarna weer terug in de advocatuur.
Hazenberg werd in 1933 benoemd tot secretaris van de Contactcommissie, door zijn initiatief opgericht door de Vereniging van Directeuren van Hypotheekbanken in Nederland, Ned.Vereniging ten behoeve van het Levensverzekeringswezen, Ned. Spaarbankbond , Broederschap van Notarissen in Nederland, Ned. Bond van Huis- en Grondeigenaren en Bouwondernemers, Ned. Bond van Bouwondernemers. Uit deze functie in 1946 ontslag genomen.
Voorts was Mr.Dr. J .Hazenberg van 1935 tot 1939 secretaris van de te 's Gravenhage gevestigde Bemiddelingscommissie ter voorkoming executie van gebouwde eigendommen.
Sedert 1945 is Hazenberg Wethouder van de gemeente Wassenaar (direct na de bevrijding als zodanig benoemd door de Commissaris der Koningin) en sedert 1955 tevens loco-burgemeester. Op 15 jan.1958 werd in de raad het feit herdacht dat hij 12 jaar Wethouder van de gemeente was geweest.
In 1954 werd hij benoemd tot voorzitter der Beroepscommissie en het Tuchtcollege,ingesteld bij de in 1954 in werking getreden "Wet Autovervoer goederen". Vanaf 1951 is hij Hoofdingeland van het Waterschap Rijnland, thans plaatsvervangend Hoogheemraad.
Verder is Mr.Dr. J .Hazenberg Charter Voorzitter van de Rotary Club in Wassenaar en President Commissaris van de N.V. Deni, fabricage van- en handel in bouwmaterialen te Schipluiden.
Van 1961 tot oktober 1968 was hij burgemeester van Veenendaal.
In 1969 werd hij belast met de waarneming van het burgemeestersambt van Nigtevecht.
Van Jan en Martina zijn vier kinderen bekend.
b.
dr. Klaas Hazenberg, specialist voor maag-darm-en stofwisselingsziekten, geb. Groningen 12-5-1905, ovl. Apeldoorn 5-5-1969, tr. Nijmegen 18-7-1934 met Elisabeth Arina Visser, geb. Oostkapelle 4-7-1900, ovl. Ermelo 28-9-1994, dochter van ds. Mattheus Francinus Visser (predikant te Oostkapelle, later te Nijmegen) en Maria van der Hoog. Zij volgde na eindexamen HBS van 1926 - 1930 notariële studie. Zij deed in 1928 deel 1, in 1929 deel 2 en in 1930 deel 3 voor candidaat notaris.
Dr. Klaas Hazenberg studeerde aan het Willem Lodewijk Gymnasium te Groningen en het Gem.Gymnasium te Kampen. In 1927 deed hij eindexamen en werd ingeschreven als medisch student te Groningen. Hij deed daar in februari 1935 artsenexamen. Hij was vanaf januari 1932 tot april 1937 assistent in de hygiëne en bacteriologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Van april 1937 tot november 1943 was hij huisarts en gemeentearts te Harderwijk.
Vanaf november 1943 tot januari 1945 werkte hij in het Bethesdaziekenhuis te Hoogeveen.
In juli 1945 werd hij assistent aan de Rijksuniversiteit te Utrecht en vanaf 1950 tot 1957 in Den Haag.
Hij promoveerde in december 1938 op de pathologie en fysiologie van een bepaalde hartafwijking. Hij studeerde later in Leiden in maag- en darmstofwisseling en was sinds mei 1957 als zodanig gevestigd in Apeldoorn.
Auteur van het populairwetenschappelijke boekje Vetzucht, een pocketboekje in de reeks Academische Zwarte Beertjes.
Medeauteur (met Dr. P. Sorgdrager) van de Therapeutische Gids, Uitgeverij Erven J. Bijleveld – Utrecht , eerste druk 1949.
Dr. K. Hazenberg komt voor in het boek Politierapport 1940-1945, Dagboek van een politieofficier, door H. Kraaijenbrink, De Walburg Pers, 1986. De heer Kraaijenbrink was corpschef in Harderwijk, waar Dr. Hazenberg tijdens de oorlog huisarts was.
Van Klaas en Elisabeth zijn vijf kinderen bekend.
c.
mr. Aldert Johannes, voorzitter Raad van Arbeid te Leeuwarden, wonende in Veenwouden, geb. Groningen 16-11-1907, ovl. Leeuwarden (in het Diaconessenhuis) 10-3-1980, gebr. te Niekerk, tr. IJsselmonde (ondertr. ald. 24-9-1936) 8-10-1936, het kerkelijk huwelijk werd op dezelfde dag ingezegend in de Gereformeerde kerk van IJsselmonde, met Catharina (Cathrien) van Rij, onderwijzeres, wonende in Leeuwarden, geb. IJsselmonde 2-2-1910, ovl Veenwouden 9-5-1991, dochter van timmerman Cornelis van Rij en Jacoba Pleuntje van IJperen. Catharina van Rij ging na het eindexamen instituut Bender (particuliere meisjesschool) naar de hoogste klasse Kweekschool te Rotterdam. Zij is vervolgens enkele jaren onderwijzeres geweest en heeft daarna de huishouding van haar vader gedreven. Zij was altijd nummer één in school en in het gezin. Haar vader Cornelis van Rij was jarenlang raadslid-wethouder en loco-burgemeester van IJsselmonde. Een vooraanstaand figuur op maatschappelijk en kerkelijk gebied en zeer bevriend met Catharina's schoonvader burgemeester B.P.Hazenberg.
Hij werd op 30 april 1968 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Na de Chr.H.B.S.in de Poelestraat in Groningen en de Gem.H.B.S. te Steenwijk doorlopen te hebben, studeerde Mr. A. J. Hazenberg aan het Gem.Gymnasium te Kampen. Het was zijn bedoeling marine-officier te worden, doch daarvoor werd hij afgekeurd. Daarna studeerde hij aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, in de juridische faculteit.Hier werden ook enige functies vervuld, als lid almanak-commissie en lid van het sociëteit-bestuur(kroegbaas) en senator van het corps N.D.D.D.,lid, fiscus en praeses van het dispuut F.O.R.U.M., lid van de lustrumcommissie van het corps, dispuut en Jur.Fac.vereniging, lid van de commissie tot samenstelling nieuwe studentenzangbundel Cantemus (terwijl geen noot zuiver gezongen kon worden door hemzelf ! )
Hazenberg deed doctoraal-rechten en werd advocaat te IJsselmonde. Tevens bekwaamde hij zich in de gemeente-administratie.In IJsselmonde vervulde hij ook diverse functies als secretaris crisiscomité, bestuurslid A.R.kiesvereniging, bestuurslid B.V.L., Commandant Vrijw.Burgerwacht,oprichter van een scherm vereniging,oprichter en voorzitter afd.Ned.Roode Kruis.
Op 5 mei 1936 werd Hazenberg benoemd bij de buitendienst van het Dept. van Sociale zaken. Hij bleef te IJsselmonde wonen, waar hij in aug. 1939 tevens hoofd van de luchtbeschermingsdienst werd. Na de oorlog, op l sept. 1945 vond de benoeming plaats tot Directeur van het Bureau oorlogsslachtoffers in Friesland (Dept. van binnenl. zaken). Sedert l juni 1953 is Hazenberg voorzitter van de Raad van Arbeid te Leeuwarden met als ambtsgebied de prov. Friesland.
De secretaris van de familievereniging vervult tevens tal van nevenfuncties, o.a. voorzitter van de Chr.Vereniging tot verzorging van bejaarden A.S.Talma, voorzitter van de Prov.Raad voor gezinsverzorging, voorzitter van de stichting "Grifformeard Sintrum foar Geastlik en Maetskiplik Wurk yn Fryslan", hoofdbestuurslid van de stichting Zorg voor Gerepatrieerden, hoofdbestuurslid van de stichting Het Vierde Prinsenkind, hoofdbestuurslid van het Nationale Nieuw Guinea Comité, Commissaris van de stichting Woningbouw Patrimonium, Commissaris van N.V. Deni te Schipluiden. Was bij de inhuldiging van Koningin Juliana mede-afgevaardigde voor Friesland. Maakte op october 1955 als officiële waarnemer de volkstemming in het Saargebied mee, met als standplaats Gersweiler, Hij had toen tijdelijk de status van diplomaat.
Gedurende de oorlog heeft Mr .A .J .Hazenberg een belangrijke rol in het verzet vervuld en lange tijd doorgebracht in de Duitse concentratiekampen. Reeds ongeveer 14 dagen na de inval kreeg hij bezoek van de Grüne Polizei, met de waarschuwing dat hij als anti-nazi bekend stond. In augustus 1941 wilden de Duitsers tot arrestatie overgaan, doch hij was hen te vlug af. Intussen werkte hij mee aan de illegale pers, hielp joodse onderduikers, neergeschoten piloten en spioneerde.Met als gevolg bij verstek ter dood veroordeeld. Enkele medewerkers werden gegrepen en geëxecuteerd. Hazenberg dook onder onder de schuilnaam Albert Jan Hoving en later Albert Jan van der Velden. Als zodanig werd hij ingeschreven in het bevolkingsregister te 's Hertogenbosch, Als lid van de Raad van Verzet organiseerde hij het verzet in het zuiden. Later maakte hij deel uit van een knokploeg in Friesland, Groningen en Gelderland en kraakte in deze functie verschillende distributie-bureaux en schakelde moffenknechten uit.
In october 1943 volgde de arrestatie door de S.D. Eerst werd hij opgesloten in de gevangenis te Eindhoven en daarna overgebracht naar het concentratiekamp Vught. Van hieruit begon een lange lijdensweg : Sachsenhausen, Neuengamme, Germersdorf, Heinkel, vliegveld Berlijn, Ingenhaven, Dahlem en Sandbostel. Hier volgde op 29 april 1945 de bevrijding door de Engelsen en overbrenging naar het hospitaal te Farg. Tijdelijk moest Hazenberg onder de Russen vertoeven en werd in begin juli door de Canadezen naar Groningen gebracht. Na een paar dagen in het ziekenhuis te hebben doorgebracht, ondergebracht bij de fam. K.Bolhuis, Friesestraatweg 21. Woog bij de aankomst aldaar nog geen 80 pond. Hun liefderijke verzorging heeft hem, menselijkerwijze gesproken, er weer bovenop gebracht. Een dergelijke onbaatzuchtige vriendschap is zeldzaam, doch blijvend!
In augustus kon de reis naar huis in IJsselmonde worden aanvaard door oud-illegale vrienden onder leiding van J.H.J.Kersten, directeur van de stichting 1940-1945, die hem na zijn arrestatie was opgevolgd in het zuiden. Nadere bijzonderheden over de rol in de illegaliteit die door Mr.A.J.Hazenberg werd vervuld staat vermeld in "Opdat wij niet vergeten", blz. 358 e.v. en in de "De ondergrondse pers", nr. 196, blz. 121 e.v. publicatie van 's Rijksinstituut voor Oorlogs Documentatie. Ook dient nog vermeld te worden dat geweigerd werd een Engelse of Amerikaanse onderscheiding te aanvaarden volgens een onderling gemaakte afspraak.
Vermeldenswaard is nog de rol van Catharina van Rij in de illegaliteit. Zij hielp met het stencilen en verspreiden van "Vrij Nederland". Toen het onderlinge contact door arrestaties verbroken werd ging zij zelfstandig een blaadje stencilen en uitgeven onder de naam "Geïllustreerd Vrij Nederland". De Duitsers waren woedend daar haar man hun te vlug af was en zij hem niet te pakken konden krijgen. Zij hebben haar geregeld getreiterd. Met haar beide kleine meisjes heeft zij zich echter dapper geweerd en het hoofd koel gehouden. Haar vader was in die dagen een grote steun. Hij kwam met tante Antje bij haar inwonen. Ook haar broer, familieleden en vele vrienden lieten zich van de allerbeste zijde kennen.
Van Aldert en Catharina zijn vijf kinderen bekend.
d.
Frouktje Grietje Hazenberg, geb. Zuidhorn 29-7-1911, ovl. Utrecht 19-8-1988, tr. 1e IJsselmonde 21-9-1933 met burgemeester Gerrit Adriaan Bax, geb. Rijsoord 25-3-1911, ovl. Dordrecht 2-5-1965, begr. Hendrik-Ido-Ambacht, op de Algemene Begraafplaats Waalhof, zoon van burgemeester van Willemstad Jacobus Bax en Elisabeth Visser. Het huwelijk werd op 18 oktober 1949 ontbonden te Rotterdam. Gerrit was burgemeester van Borsselse (1936-1951) en Hendrik-Ido-Ambacht vanaf 1951 tot aan zijn overlijden. Hij was later gehuwd met Boudewijna Dingena van Melle, geb. Breskens 26-9-1926, ovl. Rotterdam 12-6-2004, dochter van suikerbakker Dirk Machiel van Melle en Boudewijna Digna Quaak.
Van Gerrit en Frouktje zijn drie kinderen bekend.
Frouktje tr. 2e Utrecht 3-1-1951 met Pier (Piet) van Slageren, declarant en exportleider Van Gend & Loos te Utrecht, geb. Utrecht 29-1-1907, ovl. Utrecht 26-2-1990, zoon van Seerp Hendriks van Slageren en Geeltje Piers Grondsma. Pier was eerder gehuwd met Maria Antonia van Mild.
Van Pier en Frouktje is één kind bekend.
Bronnen:
- Nakomelingen van Berend Hazenberg (1620- heden), Digitaal Familieboek Hazenberg op https://www.noordelingen.nl/berendhazenberg_new.htm.
- Eigen onderzoek Streekarchief Eiland IJsselmonde
- De online krantenbank Delpher