"Menig IJsselmondenaar is hier geboren, het was de kraamkamer van Zuid!"
De oogarts, de Villa en de Stichting
Na de Tweede Wereldoorlog wordt op initiatief van het Sint Franciscus Ziekenhuis de Sint Clara stichting opgericht. Het Sint Franciscus Gasthuis was toentertijd nog aan de Schiekade gevestigd en de Clara Stichting begon als een zusterinstelling van het Gasthuis. Hoewel van oorsprong een Katholieke stichting was vanaf het begin de doelstelling al om zich niet uitsluitend op katholieken te richten. De Sint Clara Stichting werd bij notariële akte opgericht op 28 januari 1949 en had als doel “het verplegen en behandelen van zieken en kraamvrouwen van alle gezindten”, zoals de akte vermeld.
Omdat na de oorlog door de babyboom er grote behoefte was aan kraamvoorzieningen bevatte het “ziekenhuis” in eerste instantie alleen een kraamafdeling met 20 bedden en was gevestigd in een oude villa op een steenworp afstand van het Feyenoordstadion aan de Oost-Varkenoordseweg 324 in IJsselmonde.
De villa was het voormalige woonhuis van Dr. Leonard Archibald Gerhardus Otheniël Lashley, een Surinaams-Nederlandse oogarts en verloskundige, die bekend is uit het verhaal over de Joodse onderduikers op de orgelzolder in de nabij gelegen Breepleinkerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Lashley blijft niet aan de kant staan tijdens de bezetting en werd leider van het artsenverzet in Rotterdam. Hij verleende onder meer onderdak aan een Schotse piloot wiens toestel door de Duitsers is neergeschoten en reed tijdens de Hongerwinter keer op keer naar de Hoeksche Waard om eten te halen. Lashley wordt twee keer gearresteerd, maar even zoveel keren vrijgelaten, omdat de Duitsers hem kennelijk als oogarts niet konden missen.
De zeer gelovige Lashley is ouderling en dus lid van de kerkenraad van de Breepleinkerk in Rotterdam-Zuid. Als zodanig weet hij van het bestaan van zes Joodse onderduikers op de Orgelzolders van die kerk. Hij weet dat een deel van het voedsel dat hij ophaalt voor hen bestemd is. En hij weet uiteindelijk ook dat de jongste onderduiker, de 19-jarige Rebecca Kool, zwanger is. Op het moment dat hij hoort dat twee andere artsen weigeren haar bij te staan tijdens de zwangerschap en de geboorte van haar kind, ontsteekt hij in woede en zegt: “Ik doe het wel.” Hij stort zich op studieboeken over verloskunde om zijn kennis op dat vakgebied op het juiste peil te brengen. Op 6 januari 1944 helpt hij de gezonde baby Emanuel Alexander Emile Kool op de wereld zetten.
Lashley is ‘na het uitbreken van de vrede’ diep teleurgesteld in de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in Nederland. Hij ziet dat allerlei mensen die tijdens de bezetting niet aan de goede kant hadden gestaan, zonder problemen plaats kunnen nemen op hoge posities. Oók in het Zuiderziekenhuis gebeurt dat.
In januari 1948 neemt Lashley deel aan een conferentie in Den Haag over de toekomst van de Nederlandse koloniën. Daar ontmoet hij de vertegenwoordiger van de Antilliaanse regering, Moises Frumencio da Costa Gomez, later minister-president van de Antillen. Da Costa Gomez haalt Lashley over zich op Curaçao te vestigen als gouvernementsoogarts. Dat gebeurt eind 1948. Hij verkoopt de villa aan de Oost-Varkenoordseweg aan de Clara Stichting en vertrekt naar Willemstad op Curaçao, waar hij op de hoek van de Draaiweg een praktijk begint.
Net zoals in Rotterdam, is Lashley ook daar maatschappelijk actief. Hij zit in tal van besturen. Niet alleen sportverenigingen, maar ook de vereniging Cultureel Centrum Curaçao profiteert van zijn talenten. Koninginnedag 1970 wordt een bijzondere dag voor Leo Lashley, want dan wordt hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
In 1977 keert Leo Lashley geknakt door de ziekte Parkinson terug naar Nederland. De laatste maanden van zijn leven brengt hij door in het verzorgingshuis Amstelhof, waar nu het museum Hermitage Amsterdam is gevestigd. Op 1 augustus 1980 overlijdt hij daar.
De vlakbij het Stadionviaduct - even voor het huis van Lashley - gelegen villa Wilgenoord, voormalige residentie van de internist W.J. Bruins Slot, maakte later ook deel uit van de Sint Clara Stichting. Het fungeerde voornamelijk als onderkomen voor de administratieve diensten van de stichting, totdat in 1961 een nieuw administratiegebouw aan het gebouwencomplex werd toegevoegd.
De eerste uitbreidingen en bekende patiënten
Al in 1951 werd het ziekenhuis uitgebreid met 3 paviljoens (125 bedden) en groeide het uit tot de kraamkamer van Zuid en werd het al snel bekend als “de Clara”.
Hoewel het in hoofdzaak een kraamziekenhuis was, kon de Clara ook rekenen op “gewone” patiënten. Zo raakte Coen Moulijn geblesseerd in de wedstrijd van Feyenoord tegen Telstar op zondag 11 april 1965 en werd hij naar het nabijgelegen Clara gebracht. Daar bleek na een röntgenfoto de in eerste instantie voor een enkelblessure aanziende kwetsuur een gebroken kuitbeen te zijn. De rest van het seizoen kon de vleugelspeler van de stadionclub niet afmaken. De wedstrijd was overigens ondanks dit alles geëindigd met een flinke overwinning van 4-1 voor Feyenoord en bovendien werden zij dat seizoen kampioen.
Een andere bekende patiënt was Feyenoordvoorzitter Cor Kieboom, die na een hartaanval enige tijd in het Clara moest verblijven.
Op 30 augustus 1967 kreeg hij daar zelfs bezoek van zijn collega-voorzitter van Ajax, Max van Praag, wat een mooi plaatje opleverde.
Een nieuw ziekenhuis en voorspoedige jaren
Vanwege de enorme bevolkingsgroei in het begin van de jaren zestig van de 20ste eeuw op Rotterdam-Zuid met het uitbreidingsplan Groot-IJsselmonde en Lombardijen en de daarmee gepaard gaande gestage groei van het aantal patiënten die gebruik maakten van het Sint Clara Ziekenhuis, wordt eind jaren vijftig de roep om een nieuw onderkomen steeds sterker.
In 1958 heeft het ziekenhuis al 309 bedden binnen haar muren. In dat jaar wordt voorlopige toestemming aangevraagd en verkregen voor de bouw van een nieuw ziekenhuis op het naastgelegen terrein.
Pas op 10 mei 1965 wordt de eerste paal geslagen door de voorzitter van de Sint Clara Stichting en lid van de Tweede Kamer, dr. Antonius (Anton) Martinus Lucas.
In de tweede helft van de jaren zestig van de 20ste eeuw vonden er rond de Clara Stichting veel grote veranderingen plaats. Allereerst werd er even verderop druk gebouwd aan het nieuwe Clara Ziekenhuis. Door de snelle groei van de wijken in de deelgemeente IJsselmonde moesten er ook betere verbindingswegen komen. Omdat de oude Oost-Varkenoordseweg te smal was, moesten de links van de weg staande huizen alsmede de twee villa’s van de Sint Clara Stichting worden afgebroken. De laatste huisjes, waaronder de voormalige Villa van Lashley, werden in 1969 gesloopt.
In 1968 kreeg het Sint Clara Ziekenhuis, zoals de Sint Clara Stichting inmiddels werd genoemd, een nieuw adres. Per besluit van B&W van Rotterdam kreeg de Oost-Varkenoordseweg op 25 september 1968 de nieuwe naam Olympiaweg.
In de loop van 1968 werden de meeste afdelingen al naar de nieuwbouw verplaatst, op 24 april 1969 opende prinses Margriet het nieuwe ziekenhuispand officieel.
Na de officiële openingshandeling bezocht prinses Margriet ook nog enkele afdelingen en sprak daar uitgebreid met de aanwezige patiënten. Speciale aandacht kreeg de fonkelnieuwe kinderafdeling van haar.
Aan de Socratesstraat verrees even later nog een woongebouw. Dit werd het "zusterhuis", speciaal voor de zusters die werkzaam waren in het Sint Clara Ziekenhuis.
In de vrijgekomen paviljoens bleven veel ondersteunende diensten achter. Een aantal van deze paviljoens zou nog jarenlang het onderkomen van de opleiding tot verpleegkundige blijven, en dienen als huisvesting voor de leerling-verpleegkundigen. Tot augustus 1997 was ook de School voor Gezondheidszorg Rotterdam-Zuid gevestigd in de paviljoens.
Begin jaren tachtig werden de paviljoens gesloopt en werden er langs de Olympiaweg een aantal bedrijfspanden gebouwd.
Vele jaren was de Clara hét Ziekenhuis voor veel bewoners van IJsselmonde en Lombardijen. De Clara was één van de vier grote ziekenhuis op Zuid. Als je op IJsselmonde of in Lombardijen woonde, ging je naar de Clara. De functie als kraamkamer van Zuid werd ook nog lange tijd gehandhaafd. Op 15 december 1987 was Roxana Bedeaux de duizendste baby die in 1987 geboren werd in het Sint Clara Ziekenhuis.
Samenwerking of ondergang
In de jaren negentig van de 20ste eeuw gaan de ziekenhuizen op Zuid steeds meer samenwerken. Door oplopende kosten en bezuinigingen van de overheid op de zorg werden de ziekenhuizen gedwongen meer zorg en zaken met elkaar af te stemmen.
Op 1 januari 2000 fuseerden de Clara en het Zuiderziekenhuis. De locaties Zuider en Clara bleven behouden. De naam van de nieuwe organisatie kreeg de naam Medisch Centrum Rijnmond-Zuid (MCRZ). Op 1 september 2008 werd de naam officieel Maasstad Ziekenhuis.
Alweer een nieuw ziekenhuis
Ondertussen waren er plannen gemaakt om een nieuw ziekenhuis te bouwen op de locatie Haastrechtstraat, op de grens tussen Groot-IJsselmonde en Lombardijen nabij het NS station aan de Spinozaweg. Men wilde hiermee de twee ziekenhuizen niet alleen administratief, maar ook fysiek fuseren. In juni 2006 werd gestart met de bouw van het nieuwe Maasstad Ziekenhuis.
Het nieuwe Maasstad Ziekenhuis werd ontworpen door Wiegerinck architectuur en gebouwd door de bouwcombinatie Ballast Nedam/BAM.
Het nieuwe ziekenhuis bestond uit een gemeenschappelijk gebouw en gebouwdelen die los van het ziekenhuis konden worden “gekoppeld’. In het ontwerp werd rekening gehouden met groei of krimp van het ziekenhuis in de toekomst. De losse gebouwdelen kunnen worden getransformeerd tot verzorgingstehuis of zorghotel.
De gebouwdelen werden via een glazen brug met het hoofdgebouw verbonden. De entree heeft een glazen dak voor extra lichtval. In het midden van het ziekenhuis zijn vijf patio’s aangelegd met houten zitbanken en kunstobjecten.
Het nieuwe ziekenhuis werd aangesloten op stadsverwarming en hierdoor verwarmd met restwarmte van de industrie in de Rotterdamse haven.
De opening was gepland op 1 maart 2011. Op 26 februari begon men met de verhuizing van alle medische apparatuur, computers en meubilair. Twee dagen later zouden de patiënten volgen.
Wie kon lopen, werd met een busje vervoerd. Voor bedlegerige patiënten werden zes verhuiswagens ingericht met elk vier bedden aan boord. Eind februari 2011 werden de patiënten van het oude Maasstad Ziekenhuis verhuisd naar de nieuwe locatie. Het leek wel een militair operatie.
Naast het ziekenhuis werden het Aafje Zorghotel, het Geboortehotel Maasstad, het Delta Psychiatrisch Centrum en de centrale huisartsenposten Rijnmond in gebruik genomen.
Vanaf de opening - officieel werd het uiteindelijk mei 2011 - sloten het voormalige Zuiderziekenhuis en het Sint Clara Ziekenhuis definitief de deuren. Het Zuider werd getransformeerd naar woningbouw en een school (Het Zuider Lyceum) en de Clara zou worden gesloopt.
Een verloren kunstwerk
Aloysius Maria (Louis) van Roode (Delft, 20 juni 1914 - Rotterdam, 18 februari 1964) was een Nederlandse beeldhouwer, graficus en kunstschilder.
Louis van Roode was na de oorlog, zoals vele beeldende kunstenaars, betrokken bij diverse wederopbouwprojecten in Rotterdam. De kunstenaar voorzag de veelal grootschalige nieuwe bebouwing in de stad van wandschilderingen, mozaïeken e.d. Ook elders in Nederland is monumentaal werk van zijn hand te vinden. Van Roode was zeer veelzijdig. Hij werkte in diverse technieken en ontwikkelde zich gaandeweg van figuratief tot een abstract kunstenaar. Zijn kunst is tot op de dag vandaag zeer prominent aanwezig in met name de Rotterdamse binnenstad.
De Werkgroep Monumentale Kunst van de Bond Heemschut ijvert voor het behoud van de kwetsbare monumentale kunst uit de naoorlogse periode. Van kunstenaars als Louis van Roode is in de afgelopen decennia reeds veel werk verloren gaan door sloop en renovatie van gebouwen. Groot was dan ook de vreugde toen medio 2015 bleek dat een reeds verloren gewaand werk van Van Roode toch nog bestond. Het betreft een afbeelding in mozaïek van Sint Clara, afkomstig uit het voormalige Sint Clara Ziekenhuis in de Rotterdamse wijk IJsselmonde.
Het kunstwerk werd tijdens de uithuizing van het ziekenhuis vanuit het Clara naar de nieuwe locatie in Lombardijen gered door de Kunstcommissie en de Raad van Bestuur van het ziekenhuis. Samen met twee werken van kunstenaar Ubo Schefferswerd het werk van Louis van Roode met groot vervoer verhuisd naar het nieuwe Maasstad Ziekenhuis in Lombardijen. Hier was het de afgelopen jaren op een onbebouwde vleugel van het ziekenhuis bewaard gebleven. In 2014 wilde men de vleugel opruimen en Clara moest maar wijken. Dat werd dankzij een lid van de kunstcommissie van het ziekenhuis voorkomen. Kort na dit moment zocht de Werkgroep Monumentale Kunst contact met het ziekenhuis om Clara, na een lichte restauratie, een eervolle plek in het nieuwe Maasstad Ziekenhuis te geven.
De oude dame wordt gesloopt
Het Sint Clara Ziekenhuis moest worden gesloopt. Er passeerde veel plannen de revue voor de locatie. Van parkeerplaats of -garage in het kader van de gebiedsontwikkeling Feyenoord City met - het later afgeblazen – nieuwe stadion voor Feyenoord, tot aan de nieuwe locatie voor Varkenoord, de thuishaven van SC Feyenoord, de amateurafdeling van Feyenoord.
De sloop zelf liep ook niet echt van een leien dakje. De nieuwe eigenaar werd geconfronteerd met oplopende kosten vanwege het vele asbest uit de jaren zestig wat zich nog in het pand bevond. Dit betekende dus een veel duurdere amovering dan simpelweg de sloopkogel er doorheen te jagen.
Met de sloop werd in 2013 begonnen en aanvankelijk zou deze naar verwachting eind 2014 zijn afgerond. De sloop werd echter in afwachting van een definitief bestemmingsplan stilgelegd.
Eind 2017 werd de sloop weer opgepakt en deze werd in 2018 voltooid. Waar ooit een machtig groot wit gebouw van 13 verdiepingen stond, restte nu slechts een kale vlakte.
Het is uiteindelijk de nieuwe locatie voor de amateurs van sportclub Feyenoord geworden die samen met de jeugdopleidingen van de betaald voetbalclub Feyenoord het terrein gebruikt. De nieuwe naam is officieel Feyenoord Academy geworden, maar in de volksmond nog steeds Varkenoord of Nieuw-Varkenoord gebleven.
Een nieuwe fase
Het huidige Maasstad Ziekenhuis is lid van de Samenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ) en onderdeel van Santeon, een groep van 7 topklinische ziekenhuizen die samenwerken aan kwaliteitsverbetering. Het Maasstad werkt in de regio ook samen met het Ikazia Ziekenhuis nabij winkelcentrum Zuidplein en het Brielse Van Weel Bethesda Ziekenhuis in de Coöperatie Zorg op Zuid.
Het Maasstad Ziekenhuis telt 600 bedden, jaarlijks bezoeken zo’n tussen de 500.000 patiënten de poliklinieken, worden er bijna 1 miljoen mensen behandeld en er werken ongeveer 3.500 mensen.