IJsselmondenaren in het leger van Napoleon

inwoners van IJsselmonde die hebben gediend in het Franse leger van Keizer Napoleon

(eerder, in verkorte vorm, gepubliceerd in de nieuwsbrief van de Stichting Streekarchief IJsselmonde, Kwartaalbericht Zomer 2018, jaargang 33, nummer 2)

Napoleon Bonaparte (1769-1821) in zijn karakteristieke houding.

In 1810 werd Nederland onderdeel van het Franse Keizerrijk. De dienstplicht werd in 1811 door de Franse bezetters ingesteld. Mannen boven de 20 jaar moesten zich beschikbaar stellen en door loting werd bepaald wie daadwerkelijk in dienst moest. Tot 1898 bestond binnen de dienstplicht het remplaçantenstelsel, waarbij welgestelden of moeilijk te missen zonen een vervanger konden sturen. Meestal arme vervangers, gezond van lijf en leden, gingen dan tegen betaling voor diegene in het Franse leger. Ook gingen enkele “gelukszoekers” vrijwillig het leger in.

Ingeloot, als remplaçant of vrijwilliger, veel soldaten overleefden de vele veldslagen vaak niet. Van de hieronder vermelde IJsselmondenaren, keerden slechts zes naar verluidt terug.

Overigens hebben we niet alleen de dienstplicht aan de Franse bezetter te danken. Als onderdeel van het Franse Keizerrijk werd Nederland geconfronteerd met: rechts rijden, het Rijksmuseum, de Koninklijke Bibliotheek, Rijkswaterstaat, de Onderwijswet, het Wetboek van Strafrecht (1810) (de Code Civil), de Burgerlijke stand (1811), waaronder het persoonsregister, de geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten, de verplichte achternaam (1804, Code Napoleon), het Kadaster (1811), de OZB belasting (toen vensterbelasting (1812)), oprichting Douane en invoering van Ambulancediensten. Een grote stap voorwaarts in de lage landen.

Lijst van IJsselmondse vrijwilligers en lotelingen:

  1. Thiery (Dirk) van den Berg, geb. IJsselmonde in 1792, doop niet teruggevonden in de doopboeken van IJsselmonde, zoon van Jean van den Berg en Elise de Jong. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk, Ingelijfd bij het 9e Regiment Artillerie te Voet, onder stamboeknr. 1861, als Kanonnier.
  2. Corstiaen van Dijk, geb. IJsselmonde 12-10-1788, ged. ald. 19-10-1788 (doopget: Maria Tromp), zoon van Jan van Dijk en Teuntje Frederiks. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk, ingelijfd bij het 134e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 962 als Grenadier.
  3. Gerard (Gerrit) van Es, IJsselmonde 12-2-1788, ged. ald. 17-2-1788 (doopget: Emmetje de Ruijter), zoon van Jan van Es en Leentje de Ruijter. Departement Monden van de Maas, Kanton Rotterdam, ingelijfd bij het 11e Regiment Huzaren, onder stamboeknr. 741, als Huzaar.
  4. Adrien (Johannis) van der Graaf (Graav), geb. IJsselmonde 10-7-1792, ged.ald. 15-7-1792 (doopget: Antonetta Wor), zoon van Adrianus van der Graav en Hijltje Mijnlief. Departement Monden van de Maas, Kanton Ridderkerk, ingelijfd bij het 17e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 13745, als Fuselier. Overl. te Dieure Arrondissement van Chateau Salines Departement van de Meurthe op 8-12-1813.
  5. Frank (Frans) Hartog, geb. IJsselmonde 6-8-1783, ged.ald. 14-8-1783 (doopget: Annigje van der Jagt), zoon van Cornelis Hartog en Jaantje van der Jagt. Ingelijfd bij het 88e Cohorte, onder stamboeknr. 180 als Soldaat.
  6. Adrianus Johannis de Jong, geb. Oost-IJsselmonde 6-3-1789, ged. IJsselmonde 15-3-1789 (doopget: de vader), zoon van Johannis de Jong en Adriana Johanna Oversloot. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk, ingelijfd bij het 88e Cohorte, onder stamboeknr. 703, als Soldaat.
  7. Leendert de Jong, geb. IJsselmonde 15-2-1788, ged. ald. 24-02-1788 (doopget: de vader zelf), zoon van Aert Leendertsz. de Jong en Maria Janse Oudijn. Ingelijfd bij het 125e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 3551, als Soldaat. Overl. IJsselmonde 1-2-1859. Leendert huwt IJsselmonde 31-8-1814, met Neeltje Sparreboom, ged. Ridderkerk 9-11-1788, overl. ald. 3-3-1844 , dochter van Jan Pietersz. Sparreboom en Annigje Jorisse Huijzer.
    Uit dit huwelijk:
    Aart de Jong, geb. Ridderkerk 07-01-1815;
    2. Jan de Jong, geb. Ridderkerk 5-11-1816, overl. ald. 14-5-1818;
    3. Anna de Jong, geb. Ridderkerk 13-3-1820, overl. IJsselmonde 30-3-1859;
    4. Maria de Jong, geb. Ridderkerk 4-8-1822, overl. ald. 29-4-1912;
    5. Jan de Jong, geb. Ridderkerk 23-10-1824, overl. ald. 29-8-1831.
  8. Dirk Knegt, geb. IJsselmonde 6-10-1791, ged. ald. 9-10-1791 (doopget: de vader), zoon van Arij Knegt en Marija Noteboom. Departement Monden van de Maas, Kanton Ridderkerk. Ingelijfd bij het 88e Cohorte, onder stamboeknr. 1015, als Soldaat. Overl. IJsselmonde 8-2-1841. Dirk huwt IJsselmonde 15-2-1815, met Lena Verheij, ged. IJsselmonde, overl. ald. 25-6-1845, dochter van Izak Verheij en Willemijntje van der Munnik.
    Uit dit huwelijk:
    Arij Knegt, geb. IJsselmonde 1-12-1815, overl.ald. 15-3-1822;
    2. Willemina Knegt, geb. IJsselmonde 17-7-1819, overl. Zwijndrecht 29-3-1901;
    3. Marija Knegt, geb. IJsselmonde 24-10-1820; overl. Dinteloord 5-4-1822;
    4. Maria Knegt, geb. IJsselmonde 01-08-1824, overl. Rotterdam 26-1-1890;
    5. Arij Knegt, geb. IJsselmonde 1826, overl. ald. 25-8-1851;
    6. Izak Pieter Knegt, geb. IJsselmonde 28-3-1828, overl. ald. 6-10-1902;
    7. Dirk Adrianus Knegt, geb. IJsselmonde 17-5-1830, overl. Rotterdam 25-4-1920;
    8. Albertus Marinus Knegt, geb. IJsselmonde 23-8-1834, overl. Hillegersberg 22-3-1892
    9. Marinus Knegt, geb. IJsselmonde 10-5-1836, overl. Den Helder 11-12-1863.
  9. Jean (Jan) Molendyk (Meulendijk), geb. IJsselmonde 29-8-1793, ged. ald. 1-9-1793 (doopget: Ariaantje van de Graav), zoon van Gerrit Meulendijk en Teuntje van der Graav. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk. Ingelijfd bij het 8e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 11430, als Soldaat.
  10. Jean (Jan) van der Munnik, geb IJsselmonde 4-7-1792, ged. ald. 8-7-1792 (doopget: Annigje Snoeij), zoon van Daniël van der Munnik en Johanna Catharina Vos. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk. Ingelijfd bij het 17e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 13740, als Fuselier. Overl. IJsselmonde 27-7-1875. Jan huwt IJsselmonde 10-7-1819, met Neeltje van der Waal, ged. Ridderkerk 11-12-1796, overl. IJsselmonde 4-7-1866, dochter van Hendrik Blasius van der Waal en Trijntje Pieters Soeteman.
    Uit dit huwelijk:
    Daniël van der Munnik, geb. IJsselmonde 26-12-1819, overl. ald. 20-3-1907;
    2. Trijntje van der Munnik, geb. IJsselmonde 27-7-1821, overl. ald. 27-12-1821;
    3. Johanna Catharina van der Munnik, geb. IJsselmonde 19-12-1822, overl. ald. 1-9-1823;
    4. Hendrik van der Munnik, geb. IJsselmonde 23-11-1823, overl. ald. 10-4-1869;
    5. Johanna Catharina van der Munnik, geb. IJsselmonde 22-12-1825, overl. ald. 10-8-1837;
    6. Jan van der Munnik, geb. IJsselmonde 26-12-1827, overl. ald. 4-8-1829;
    7. Jan van der Munnik, geb. IJsselmonde 16-10-1830, overl. ald. 2-9-1834;
    8. Doodgeboren dochter van der Munnik, geb. en overl. IJsselmonde 3-2-1833;
    9. Leendert van der Munnik, geb. IJsselmonde 8-4-1834, overl. ald. 22-2-1915;
    10. Jan van der Munnik, geb. IJsselmonde 27-6-1836, overl. ald. 8-5-1857;
    11. Johannes van der Munnik, geb. IJsselmonde 7-2-1839, overl. Zwijndrecht 16-9-1907;
    12. Doodgeboren dochter van der Munnik, geb. en overl. 4-1-1842.
  11. Pieter Sali (Salij), IJsselmonde 2-9-1790, ged. ald. 5-9-1790 (doopget: Trijntje Salij), zoon van Jan Salij en Maria Wor. Ingelijfd bij het 88e Cohorte, onder stamboeknr. 581, als Soldaat.
  12. Arie Spruit, geb. IJsselmonde 28-4-1790, ged. ald. 2-5-1790 (doopget: de vader), zoon van Leendert Spruijt en Ariaantje Visser. Ingelijfd bij het 88e Cohorte, onder stamboeknr. 577, als Soldaat. Overl. IJsselmonde 26-3-1848. Arie huwt IJsselmonde 4-5-1822, met Cornelia Sparreboom, ged. IJsselmonde 27-2-1803, overl. ald. 31-5-1872, dochter van Joris Sparreboom en Florina van der Wilt.
    Uit dit huwelijk:
    Adriaantje Spruit, geb. IJsselmonde 19-10-1822, overl. Ridderkerk 7-5-1895.
    Cornelia hertr. IJsselmonde 24-11-1852, met Pieter Willem van Driel, geb. Groot Lindt 11-2-1818, overl. IJsselmonde 24-9-1854, zoon van Fop van Driel en Petronella Kool.
  13. Jacques (Jacob?) Stuivesand, geb. IJsselmonde 8-4-1788, doop niet teruggevonden in de doopboeken van IJsselmonde, zoon van Etiènne Stuivesand en Jeanette Thiemans. Departement Monden van de Maas, Kanton Rotterdam. Ingelijfd bij het 2e Regiment Lanciers van de Garde, onder stamboeknr. 324, als Lansier.
  14. Jean (Jan) Verhij (Verheij), geb. Oost-IJsselmonde 2-11-1789, ged. ald. 8-11-1789 (doopget: Adriana Wor), overl. ald. 1-11-1816, zoon van Gerrit (Geen) Verheij en Ingetje Wor. Departement Monden aan de Maas, Kanton Ridderkerk. Ingelijfd bij het 1e Bataljon Pontonniers, onder stamboeknr. 2690, als Pontonnier. Jan huwt IJsselmonde 17-4-1816 met Hijltje Blom, geb. IJsselmonde 24-10-1796, ged. ald. 30-10-1796, overl. ald. 13-11-1818, dochter van Cornelis Blom en Jannetje Tromp. Heiltje hertrouwde IJsselmonde 23-10-1818 met Dirk van Boxsel, ged. Haastrecht 26-11-1783. overl. IJsselmonde 29-6-1829, (buitenechtelijke) zoon van Dirk van Boxsel en Johanna van Vliet. Uit dit laatste huwelijk één vroeg overleden dochter, Jannetje (1818-1818). Uit het huwelijk met Jan Verheij werd één vroeg overleden zoon, Geen, geboren (1816-1816).
  15. Adrien (Adrianus) Vermeulen, geb. IJsselmonde 25-3-1788, ged. ald. 6-4-1788 (doopget: de vader zelf), zoon van Dirk Vermeulen en Anna Oosthoek. Ingelijfd bij het 125e Regiment Infanterie van Linie, onder stamboeknr. 3545, als Soldaat.
  16. Gerrit Vleeghart, ged. IJsselmonde 24-9-1789 (doopget: de vader), zoon van Jan Vleeghart en Marytje Naartgeboren. Departement Monden van de Maas, Kanton Ridderkerk. Ingelijfd bij het 37e Regiment Lichte Infanterie, onder stamboeknr. 1432, als Infanterist.

In het stamboek van het 2e Bataljon Infanterie van Linie werden nog twee geboren IJsselmondenaren aangetroffen:

Het NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Historie) vermeld hierover: “Betreffende de door u genoemde personen die ontbreken in de database, kan ik u melden dat zij daar niet in thuishoren. De database heeft namelijk enkel betrekking op Nederlanders in Franse krijgsdienst, onder Napoleon. Gezien de data van indiensttreding en de genoemde eenheden waarin zij gediend hebben, zijn beide betrokkenen na de (eerste) abdicatie van de keizer in Nederlandse dienst gegaan en komen derhalve niet aanmerking voor deze database”.

Bastiaan Baris (IJsselmonde, NL, 16-11-1794 [vermeld in stamboek]), stamboeknummer 432, woonplaats: IJsselmonde, in dienst: 11-12-1813, rang: Fuselier, Uit dienst: 11-03-1814 over naar het 6e Bataljon Infanterie van Linie (vermeld als: Bastiaan Baeres), op 3-12-1814 over als vrijwilliger naar de Marine.

Bastiaan Bastiaansz. Baris, werd op 8-10-1794 te IJsselmonde geboren en daar op 19-10-1794 gedoopt als zoon van Bastiaan Jansz. Baris en Neeltje Bastiaans de Zeeuw.

Een fregat van hetzelfde type als de "Henriëtte", dit is het Fregat "Rijn".

Jan van Dijk (IJsselmonde, NL, 15-08-1796), stamboeknummer 967, woonplaats: IJsselmonde, in dienst: 16-3-1814, rang: Fuselier. Op 27-12-1813 bij het 1e Depotbataljon Infanterie als Fuselier, 27-1-1814 over naar het 6e Bataljon Infanterie van Linie, uit dienst: 29-12-1814 over naar het 10e Bataljon Koloniale Jagers 1815. Vanuit Frankrijk op 3-3-1816 vertrokken van de rede van Vlissingen naar West-Indië op het schip de “Henriette”.

9 april 1816 (Provinciale Groninger Courant): Vlissingen, 31 maart. Heden is Zr.Ms. schip NASSAU, gecommandeerd wordende door de kapitein ter zee Sloterdijck, en aan boord hebbende de ambtenaren bestemd voor de Oost-Indische bezittingen, in de beste staat en met een zeer gunstige gelegenheid, naar zee gezeild. De schepen NEPTUNUS (opm: brik, kapt. John Mair), IPHIGENIA (opm: pink, kapt. A. Dingemans) en HENRIETTE (opm: fregat, kapt. J. Langhetee), met troepen naar de koloniën bestemd, zijn gepasseerde week van hier naar Suriname onder zeil gegaan.
18 juli 1816 (Rotterdamsche Courant): Rotterdam, 17 juli. Het schip de HENRIETTE (opm: fregat), den 21 maart van voor Vlissingen uitgezeild, is den 11 mei behouden op de rivier van Suriname gearriveerd, zonder enige zieken of doden, zowel van de equipage als van Zijner Majesteit troepen.

De doop van Jan van Dijk werd niet aangetroffen in het doopboek van IJsselmonde. In de stamboek van het 10e bataljon Koloniale Jagers staat zijn geboortedatum vermeld als 15 augustus 1796 en worden als zijn ouder Jan van den Berg en Maria van der Meijden genoemd. Jan werd op 11 september 1816 wegens desertie door de Krijgsraad gecondemneerd tot 60 slagen en een half jaar geen kokarde. In 1823 werd hij “bij expiratie van dienst” teruggezonden naar Nederland met het schip “Vriendschap”.

1 juli 1823, (Rotterdamsche Courant): Volgens de Lloyd’s lijst van 27 juni is het schip, hetwelk den 2 mei ten westen van Bermuda op de rotsen gedreven is, genaamd de VRIENDSCHAP, kapt. De Jong (opm: pink, kapt. Jacob Kersjes de Jong, zie RC 170623 en AC 280723), van Suriname naar Amsterdam. 28 juli 1823, (Amsterdamsche Courant): Texel, 25 juli. Heden zijn alhier gearriveerd de schepen VRIENDSCHAP, kapt. J. Kersjes de Jong, van Suriname, laatst van de Bermuda’s (opm: pink, zie RC 010723), en MARIA ELISABETH, kapt. D. Ouwenhand (opm: smak, kapt. D. Ouwehand), van Hull, en is uitgezeild de TWEE JONKVROUWEN (opm: TWEE JONGVROUWEN, ook wel TWEE JONGE VROUWEN, bunschip), kapt. M.P. van der Zee, naar Londen. Den 18 was nog uitgezeild doch vergeten te melden het schip HERMINA JACOBA, kapt. J. van Ulphen.

Van beide IJsselmondenaren is niets meer aangetroffen, dus hun verdere lot is niet bekend.

Overzicht eenheden:

Hieronder volgt een overzicht van de in de lijst vermelde Franse eenheden (m.u.v. de twee laatst genoemden) waarin deze IJsselmondenaren dienden en waar zij actief waren.

  1. 88e Cohorte: De Nationale Garde van het Franse Keizerrijk was een thuisleger dat in maart 1812 door Napoleon werd opgericht in verband met de komende Veldtocht naar Rusland. Tijdens de afwezigheid van de Grande Arméezou Frankrijk (waar het Nederlandse grondgebied toen ook toe behoorde) onbeschermd achterblijven. De Nationale Garde kreeg zo de taak grenzen, kustgebieden en strategische objecten te beschermen en binnenlands de openbare orde te handhaven. Het aantal dienstplichtigen dat voor de Nationale Garde werden opgeroepen was relatief klein. Het 88e Cohort was gelegerd in Amsterdam. De Nationale Garde was dus niet bedoeld voor inzet in het buitenland, maar na de enorme verliezen van de Grande Armée in Rusland werd deze bepaling al in februari 1813 losgelaten. Het 88e Cohort werd overgeheveld naar de Grande Armée, waar het met het 3e, 76e en 77e Cohort werd samengevoegd tot het 146e Regiment Infanterie van Linie. Het stamboek van dit regiment is helaas verloren gegaan.
  2. 1e Bataljon Pontonniers: De Franse pontonnier afdeling werd oorspronkelijk in 1792 georganiseerd met Rijnvaart schippers. Twee jaar later werden ze formeel toegevoegd aan het Grande Armée. Het 2e Bataljon werd in 1797-1799 aan de Rijn opgericht. Het 3e bataljon werd in 1800 in Italië opgericht. In 1801 werden het 2e en 3e bataljon samengevoegd en de twee bataljons waren van ongelijke sterkte, waarbij het 1e bataljon altijd de grootste van de twee was. De sterkte van de bataljons schommelde tussen zes en veertien compagnieën. Later werd er nog een wacht compagnie van arbeiders en pontonniers aan toegevoegd. Het onderdeel onderscheidde zich in de slag bij Berezina. Omsingeld door Russische legers wilde Napoleon en zijn leger van 40.000 man over de rivier ontsnappen en terug naar Frankrijk. Een brug bouwen die sterk genoeg was om zijn leger over het water te brengen, leek een onmogelijke taak, maar de buitengewone moed van de Nederlandse pontonniers maakte de ontsnapping van het leger mogelijk. Wadend door het vriespunt naderende water, dat hen in slechts dertig minuten blootstelling zou doden, waren ze in staat om een ​​stevige pontonbrug te bouwen, terwijl aan de andere oever de aankomende en minder sterke troepen heldhaftig werden tegengehouden door vier Zwitserse regimenten die de ultieme achterhoede vormden. Slechts 40 van de 400 pontonniers overleefden dit. Dankzij hen kon Napoleon en zijn Garde Impérial op 27 november 1812 uit de omsingeling ontsnappen en het grootste gedeelte van zijn leger redden vanuit Berezina.
  3. 2e Regiment Lanciers van de Garde: (2e Régiment de Chevau-légers lanciers Hollandais), per decreet van 13 september 1810 werd het Régiment de Hussards de la Garde Royale Hollandaise geïntegreerd in de Garde Impériale. Daar werd het als onderdeel van de Garde het 2e Régiment de Lanciers, bestaande uit 4 eskadrons (939 ruiters) en op 11 maart 1812 werd het regiment uitgebreid tot 5 esquadrons (1406 ruiters). In 1813 volgde een uitbreiding naar 10 eskadrons, de eerste vijf "De Vieille Garde" in meerderheid bestaande uit Hollanders en de overige "De Jeune Garde" voornamelijk uit Fransen bestaand. In 1814 bij de reorganisatie van het Franse Leger wordt het regiment opgeheven. De eskadrons van De Vieille Garde vormen daarna het Corps Royal des Chevau-légers Lanciers de France. In 1815 wordt het regiment hersteld en wordt het geïntegreerd met het Poolse eskadron dat Napoleon in zijn ballingschap vergezelde. Het regiment is actief in Ligny en Waterloo (1815).
  4. 8e Regiment Infanterie van Linie: Oorspronkelijk in 1776 geformeerd uit het 1e en 3e Bataljons van het Regiment de Champagne. In 1791 hernoemd naar het 8e Regiment d'Infanterie, in 1796 werd het de 8e demi-brigade d'Infanterie de Ligne geformeerd uit de 3e demi-brigade de Bataille (1e Bat, 2e Regt d'Inf, 5e Bat Vol de l'Aisne and 5e Bat Vol de la Cote d'Or), 1e, 2e en 3e Bataillons Volontaires de Lille, 1e Bataillon auxillaire de l'Eure en het 1e Bataillon auxillaire de l'Aisne. In 1803 hernoemd naar 8e Regiment d'Infanterie de Ligne. Het 8e was actief in Austerlitz (1805), Halle en Lubeck (1806), Mohrungen, Ostrelenka, Dantzig en Friedland (1807), Espinosa (1808), Talevera-de-la-Reyna (1809), Essling en Wagram (1809), Chiclana en Fuentes-d-Onoro (1811), Lignenza, Vittoria en Pampelune (1813), Dresden (1813), Bar-sur-Aube en Arcis-sur-Aube (1814) en Waterloo (1815).
  5. 9e Regiment Artillerie te Voet: Met het plan van Napoleon om de artillerie te versterken werd aangevangen in 1808-1809. De reorganisatie van de artillerie van de keizerlijke wacht werd ingezet. Bij besluit van 12 april 1808 werd de Artillerie-á-Cheval teruggebracht tot vier compagnieën en er werden zes compagnieën Artillerie te voet opgericht. Deze werden uitgerust met zware 12 ponderkanonnen. Een jaar later, met de aanhoudende oorlog in Spanje, en de oorlog met Oostenrijk bijna zeker, richtte Napoleon drie compagnieën van Artillerie-dienstplichten op voor dienst bij de Garde in Spanje. Deze batterijen werden afgegeven aan het 1e en 2e regiment Tirailleur-Grenadiers en het 1e en 2e regiment Grenadiers-dienstplichtigen, evenals aan de brigade van Fuseliers en fungeerden als regimentartillerie, een systeem dat doorging tot 1810. Aan deze drie compagnieën was het "Bataillon bis du train d'Artillerie de la Garde", onder bevel van majoor Baillard, toegevoegd. De "Train d'Artillerie de la Garde" diende zowel de voet- als paardenbatterijen. Gedurende 1810-1811 groeide de Artillerie te voet uit tot een volwaardig regiment, en bestond het uit 6 compagnieën. In april 1813 werden nog 10 compagnieën aan het regiment toegevoegd. Op haar sterkst bestond het regiment uit 21 compagnieën en 128 kanonnen. Het 9e was o.a. actief in Rusland (1812) en Waterloo (1815)
  6. 11e Regiment Huzaren: Opgericht op 26 juni 1793 met de Cuirassiers legers de l'Ancienne Legion Germanique (uit 1792) en verschillende andere ruiters vanuit andere cavalerie-eenheden. In 1803 werd het 11e Regiment Huzaren getransformeerd in het 29e Regiment Dragonders. Uiteindelijk werd dit in 1810, met toevoeging van het 2e Regiment Husaren Hollandais, het 11e Regiment Huzaren. Het 11e was actief in La Moskowa, Krasnoe, en Berezina (1812) en Leipzig en Hanau (1813).
  7. 17e Regiment Infanterie van Linie: Een van de oudere Franse legeronderdelen. Afkomstig van het in 1597 opgerichte Regiment du Bourg de Lespinasse. In 1803 kreeg het de naam 17e Regiment Infanterie van Linie. Het 17e was actief in in Austerlitz (1805), Auerstadt en Golymin (1806), Eylau en Heilsberg (1807), Braga, Thann, Eckmuhl, Aspern-Essling en Wagram (1809), Smolensk, La Moskowa, Wiasma en Krasnoi (1812), Dresden, Kulm, Teplitz en Stettin (1813), Bergen-op-Zoom en Courtrai (Kortrijk) (1814) en Waterloo (1815).
  8. 37e Regiment Lichte Infanterie: Het regiment werd op 7 februari 1812 opgericht uit reserve compagnieën van andere regimenten en op 12 mei 1814 weer opgeheven. Het 37e was, verbonden aan het 6e legerkorps van het Grande Armée actief in 1813 in Duitsland in de veldslagen bij Lutzen, Bautzen, Dresden, Wendisch-Carsdorff, Falkenkayn, Leipzig en Hanau In 1814, nog steeds verbonden aan het 6e korps van het Grande Armée, voerde het regiment campagne in Frankrijk en was in de veldslagen van Saint-Avold en Vassy en vervolgens in de veldslagen van La Rothière, Brienne, Mormant, Champaubert, Vauchamps (14 februari 1814), Reims, Meaux en Parijs actief.
    Na de ballingschap van Napoleon naar het eiland Elba, bij verordening van 12 mei 1814, ondertekend door koning Lodewijk XVIII en Baron de Vitrolles, voorlopig staatssecretaris, werd het 37e regiment lichte infanterie opgeheven. Overeenkomstig artikel 5 van de verordening van 12 mei 1814: “Het 1e, 3e, 4e en 5e bataljon werden verdeeld in het 5e lichte infanterieregiment dat Regiment Legère d’Angoulême werd genoemd. Het 2e en 7e bataljon werden verdeeld in het 9e Regiment Infanterie de Ligne, dat Regiment de Bourbon werd genoemd.
  9. 125e Regiment Infanterie van Linie: In 1795 werd de 125e demi-brigade de bataille opgericht uit het 1e bataljon, het 67e Regiment d'Infanterie; 11e en 12e bataljons, met vrijwilligers "de la formation d'Orleans". In 1796 werd de 125e brigade opgeheven en ondergebracht in de 34e demi-brigade d'Infanterie de Ligne. In 1810 werd het 125e Regiment d'Infanterie de Ligne geformeerd uit het 4e Regiment d'Infanterie Hollandaise, het 2e bataljon en het 7e Regiment d'Infanterie Hollandaise. In 1813 werd het regiment opgeheven. Het 125e was actief in Berezina in 1812.
  10. 134e Regiment Infanterie van Linie: In 1795 werd de 133e demi-brigade de bataille geformeerd uit het 2e bataljon van het 72e Regiment d'Infanterie en de 3e en 4e bataljons met vrijwilligers uit Basse-Rhin. In 1796 ging het 133e op in de 70e demi-brigade d'Infanterie de Ligne. In 1813 werd dit het 134e Regiment Infanterie van Line, en was het Regiment d'Infanterie de la Garde de Paris. Het regiment werd in 1814 opgeheven. Het 134e was actief in Mockern, Lutzen, Bautzen en Lowenberg in 1813 en bij Magdebourg in 1814.

Bronnen:

  1. Website Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)
  2. Stamboek van het 2e Bataljon Infanterie van Linie vanaf de oprichting van het Regiment van Phaff d.d. 23 november 1813 tot en met juni 1815 (nrs. 1 - 1547) 3e uitgebreide, herziene versie.
  3. Website The Napoleon Series (napoleon-series.org)
  4. Doopboeken IJsselmonde
  5. Mailwisseling met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH)

 

Geschiedenis
Previous reading
Zomersluiting 2020
Next reading
STREEKARCHIEF GAAT WEER (BEPERKT) OPEN!