Job Dura

Een ondernemer van Katendrecht

Oorspronkelijk gepubliceerd in Streekarchief Eiland IJsselmonde Kwartaalbericht Herfst 2021 (jaargang 36, nummer 3)

Inleiding

Oud Katendrecht

Job Dura werd op 8 augustus 1829 geboren in het gezin van Daniël Dura, veerschipper te Katendrecht en Hillegonda van Heijningen. Het gezin Dura woonde in het huis nr. 139 op Katendrecht. Naar alle waarschijnlijkheid lag deze woning nabij het Veerdam, gezien de functie van veerschipper die vader Daniël bekleedde. Job groeide op in het oude Katendrecht toen er nog geen sprake was van een Rijnhaven en een Maashaven. Beide havens waren nog niet eens een plan toen en zouden pas jaren later gegraven worden, waardoor Katendrecht het schiereiland werd zoals het nu nog bekend is.

Job huwde te Katendrecht op 1 september 1859 met Sara Konijn (1835-1906) uit Zwammerdam, dochter van Jan Konijn en Adriana Boon. En vestigde zich op huis nr. 140 te Katendrecht. De woning was gelegen aan de Dordtsestraatweg, die destijds nog vanaf het Katen-drechtse Veerdam via IJsselmonde en Rijsoord richting Dordrecht leidde.

Het Stadsarchief Rotterdam vermeldt dat de Dordtsestraatweg de oude Charloisse Zeedijk is, de noordoostelijke grens van de voormalige polder Charlois. Ze stond vroeger bekend onder de naam Oudeweg. De weg is onder keizer Napoleon bestraat. Vanwege deze betere bestrating heette hij ook wel Koninklijke Straatweg. In 1960 ontving het gedeelte van de Dordtsestraatweg dat door de wijk Lombardijen loopt, de namen Spinozaweg en Pascalweg. De loop van dit gedeelte van de weg werd toen enigszins gewijzigd.

Wie in de jaren na het graven van de Maashaven op de kaart kijkt, ziet de Dordtsestraatweg steeds verder “verstopt”. Het Zuidplein heeft ten noorden de doorgang geheel geblokkeerd, terwijl de weg “vroeger” dus tot aan Katendrecht doorliep.

De eerste stappen als ondernemer

Op 30 maart 1855 begint Job Dura een timmerwinkel aan huis. Hij verricht daar uiteenlopende timmerwerkzaamheden, van raamwerken tot doodskisten. Naarmate Katendrecht vanwege de landelijke ligging steeds meer in trek komt bij Rotterdamse kooplieden, krijgt Dura opdrachten om hun buitenplaatsen te onderhouden of uit te breiden met stallen, schuren en andere bijgebouwen. Ook legt hij een drinkwaterleiding aan, waarop hij meteen ook zijn eigen huis aansluit, evenals de eerste bovengrondse telefoonlijn tussen Rotterdam en Dordrecht in 1880. Zodra de bedrijvigheid op de zuidoevers van de Maas toeneemt - nadat hier de eerste havens zijn aangelegd - wordt Dura ook hier ingeschakeld, o.a. door de scheepswerven van Rijkee & Co. en Bonn & Mees. Job Dura overlijdt te Rotterdam op 17 april 1908.

De volgende generatie

Daniël Dura (1869-1950)

Jobs zoons Daniël (1869-1950) en Leendert (1874-1950) leren het vak in de timmerwinkel van hun vader. Nadat Katendrecht in 1895 wordt geannexeerd door Rotterdam en Job Dura drie jaar later zijn woonhuis, bedrijfsruimte en grond verkoopt aan de gemeente, dient zich tevens het moment aan dat zijn zoons de zaak overnemen. De firma Gebroeders Dura, zoals het aannemingsbedrijf gaat heten, verhuist naar het overgebleven deel van de Dordtsestraatweg, waar Daniël in 1900 een huis laat bouwen. Het kantoor van de firma wordt in 1908 in het woonhuis van Leendert gevestigd aan de even verderop gelegen Raadhuislaan.

Leendert Dura (1874-1950)

De broers profileren zich nadrukkelijk als ondernemende aannemers. Na het overlijden van hun vader in 1908 nemen de broers in de loop der jaren steeds meer afstand van het ambachtelijke karakter van het bedrijf, zoals dat onder hun vader had gefloreerd, en kiezen voor een zakelijke aanpak. Daniël en Leendert laten het timmerwerk over aan de medewerkers en beperken zich tot het leidinggeven bij de bouw en het verwerven van nieuwe opdrachten. De rolverdeling is duidelijk: Leendert maakt de berekeningen en bouwtekeningen, bestelt de materialen en houdt de administratie bij; Daniël geeft leiding aan de timmerwerkplaats en op de bouwplaats zelf.

Ondanks de modernere werkwijze is het doel van de broers niet om de onderneming enorm te laten groeien. Daniël en Leendert willen het bedrijf kunnen overzien en nemen zich voor niet meer dan enkele werken tegelijk uit te voeren. Het kantoor blijft die jaren dus aan huis of wordt tijdelijk gevestigd in keten op bouwplaatsen.

Van Beurskrach naar bloei

Bouwproject van de gebr. Dura (ca. 1925)

In 1929 nemen hun beide zoons, beide Job genoemd, ook wel bekend als korte Job en lange Job, de zaak over. De Dura’s richten in dat jaar de naamloze vennootschap “Dura’s Aannemings Maatschappij” op. De twee Job’s worden directeur en hun beide vaders commissaris van het bedrijf. Helaas zit in die tijd het economische tij niet mee. Met de Beurskrach van 1929 en de daaropvolgende wereldwijde economische crisis wordt ook Nederland zwaar getroffen. De bouwsector ondervindt hier gedurende de jaren dertig de gevolgen van: in 1936 zit bijna de helft van alle bouwvakkers werkloos thuis. Toch lukt het de Dura’s om het bedrijf door de jaren dertig heen te loodsen, zij het vaak met werken van middelmatige omvang. De neven richten hun pijlen niet alleen meer op Rotterdam en omgeving, maar breiden hun werkterrein ook naar Amsterdam en Den Haag uit. In 1938 volgt zelfs nog een uitbreiding wanneer de NV Betonbouw Dura v/h J.C. Bartels wordt opgericht. Eerst gevestigd in Valkenburg en later in Heerlen. Zo ontwikkelde Dura zich eind jaren dertig tot een aannemingsbedrijf van formaat met vestigingen in Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Heerlen met een breed scala aan activiteiten. Wanneer eind jaren dertig de economie weer aantrekt weet Dura’s Aannemings Maatschappij als snel weer grotere opdrachten te verwerven.

De groei is vooral te danken aan de dadendrang van korte Job, hij beschikt over veel charme, weet makkelijk contacten te leggen en op die manier talloze opdrachten binnen te halen. Zijn neef lange Job speelt een veel bescheidener rol en nadat deze in 1937 de zakelijke leiding van het kantoor in Den Haag op zich had genomen, trekt hij zich vier jaar later definitief uit het bedrijf terug. Korte Job gaat dan als enige directeur-eigenaar verder. In 1941 ontbindt hij de NV om die zes jaar later opnieuw op te richten als Dura’s Aannemingsmaatschappij NV.

In de systeembouw

Job Dura (1904-1975)

Hoewel Job Dura zich voor de oorlog nooit uitvoerig met woningbouw heeft beziggehouden, ontpopt hij zich na de oorlog tot een belangrijke speler in de grootschalige woningbouw. In het kader van het terugdringen van de naoorlogse woningnood - door de regering halverwege de jaren vijftig bestempeld tot “volksvijand nummer één”- profileert Job Dura zich als pionier op het gebied van systeembouw: een rationeel georganiseerde en industriële manier van bouwen, waarbij bouwelementen machinaal worden gefabriceerd en op de bouwplaats worden opgebouwd.

Kort na de oorlog gaat Dura al de samenwerking aan met bouwkundig tekenaar F.A. Welschen, met wie hij een flat met 24 woningen bouwt aan de Talmastraat in Rotterdam. Dura laat op locatie een fabriekje neerzetten waar hij muurblokken en vloerbinten laat produceren. Dura en Welschen kunnen maar matig met elkaar overweg en besluiten na dit bouwproject weer ieder hun eigen weg te gaan. Dura bedingt bij het ministerie van Wederopbouw wel dat hij licentiehouder wordt van het Welschen-systeem en voert eind jaren veertig, begin jaren vijftig nog vele grote projecten uit in Heerlen, Rotterdam en Den Haag. Dit doet hij in samenwerking met het Rotterdamse aannemingsbedrijf Muijs & De Winter, die eveneens een licentie hebben om het Welschen-systeem te gebruiken. In de loop der jaren doet Muijs & De Winter zoveel aanpassingen aan het Welschen-systeem, dat het bedrijf hierop octrooi aanvraagt en de naam verwandert in MUWI.

Dura heeft intussen zijn zinnen gezet op een ander systeem, ontwikkeld door de Franse firma Constructions Edmond Coignet. Dura ziet vele voordelen in dit systeem, aangezien alle hierbij benodigde onderdelen voor complete woningen in de fabriek worden gemaakt. De volledige geprefabriceerde wand- en vloerdelen hoeven dus niet op de bouwplaats zelf te worden gegoten en gestapeld, zoals bij het Welschen- en MUWI-systeem. Bovendien bespaart het ook meer arbeid dan de andere systemen.

Buitenzijde van de Dura Coignetfabriek aan de Bunschotenweg 140 te Rotterdam (Collectie Stadsarchief Rotterdam)

In 1954 reist Dura af naar Frankrijk voor een gesprek met directeur Eduard Fougea van Coignet. Zij komen daarbij overeen dat Dura het Coignet-systeem in Nederland mag introduceren. Dura maakt hierna plannen om een eigen Coignet-fabriek te bouwen. Zijn blik is hiervoor gevallen op een braakliggend terrein bij de Eemhaven, onder de rook van Heijplaat. Voordat hij de fabriek daadwerkelijk laat bouwen, wil Dura wel garanties voor de bouw van tenminste duizend woningen per jaar, een vereiste om de fabriek rendabel te maken. Na vier jaar stevig onderhandelen met diverse Rijnmondgemeenten over de gewenste maten van de woningen, volgt in 1959 overeenstemming over de bouw van twee series van drieduizend Coignet-woningen in Rotterdam, Maassluis, Ridderkerk, Spijkenisse, Rozenburg en Vlaardingen. Hierop besluit Dura de fabriek te laten bouwen en deze wordt op 16 juni 1960 geopend.

Dura Coignetflats aan de Molièreweg in Lombardijen (Collectie Stadsarchief Rotterdam)

Veel naoorlogse wederopbouwwijken in IJsselmonde zijn gebouwd met de Coignet-methode. Op 18 januari 1961 werden de eerste 32 Dura Coignet-woningen opgeleverd in de nieuwbouwwijk Lombardijen. Niet alleen in Lombardijen maar ook in Hordijkerveld, Reyeroord, Kreekhuizen, overal in IJsselmonde zijn dit soort flatgebouwen nog te vinden.

Met het verstrijken van de tijd maakt de kwantitatieve woningnood plaats voor een kwalitatieve woningbehoefte en hier lenen de eenvormige en inflexibele Coignet-woningen zich niet voor, waarop de fabriek uiteindelijk in 1974 weer wordt gesloten.

In 1960 verlaat Job Dura het bedrijf en neemt dien enige zoon Daan Dura (1932-2011) het bedrijf over. Hij neemt bewust de positie van gedelegeerd commissaris en aandeelhouder in en laat de dagelijkse leiding over aan de directeuren.

In 1998 fuseert het familiebedrijf Dura met infrabouwbedrijf Vermeer en ontstaat de huidige combinatie Dura-Vermeer.

Daans zoons Job en Bart vervullen beiden nog een grote rol in het familiebedrijf: Job als voorzitter van de raad van bestuur van Dura-Vermeer en Bart als directeur van investeringsmaatschappij IMP, dat het familievermogen beheert. Beiden hebben samen met hun zus Mariëtta Dura bovendien zitting in het bestuur van het Job Dura Fonds, dat zich ten doel stelt initiatieven te ondersteunen “die de bebouwde kom e.o. van Rotterdam duurzaam innoveren en helpen opbloeien”.

Bron:

  1. Dura Vermeer, 150 jaar ondernemen in de Bouw, door Matthijs Dicke en Eric Smulders (Rotterdam, 2005)
  2. Nederlandse ondernemers 1850-1950, deel Rotterdam (Walburg Pers, 2014)
  3. Website Dura Vermeer

Kwartierstaat:

Klik op de afbeelding voor een grotere weergave...

Auteur: Marcel Verhoef

Bekende gezichten
Previous reading
Cornelis Noppen
Next reading
Jan Blaauw