Joke Bruijs

Geboren in de stad en getogen in Zuidwijk

Oorspronkelijk gepubliceerd in Streekarchief Eiland IJsselmonde Kwartaalbericht Voorjaar 2016 (jaargang 31, nummer 1)

JokeKlein
Joke Bruijs, 9 maanden oud

Joke Bruijs, werd als Johanna Maria Bruijs in 1952 geboren in het gezin van Kees en Hetty Bruijs. Het gezin bestond al uit drie zonen, Cees, Flip en Jan, en woonde aan de Moerkerkestraat in Rotterdam-Zuid. Toen Joke drie jaar was verhuisde het gezin naar de Poelenburg nummer 24 in Zuidwijk. In Zuidwijk woonden veel mensen uit Groningen, Friesland en Drenthe, zij trokken na de oorlog allemaal naar Rotterdam om in de haven te komen werken. De wijk was dus allesbehalve een echte Rotterdamse buurt en je hoorde daar naast een weinig plat Rotterdams vele vreemde tongvallen door de straten gaan.

Vader Kees werkte in de haven als kraanmachinist, later zou hij opklimmen tot ingenieur kranenbouw. Naast zijn werk in de haven had Kees maar één grote hobby en dat was muziek.

Hij kon veel instrumenten bespelen en maakte voor de oorlog deel uit van “The Four Dutch Serenaders”, een close harmony groep opgericht door Johnny Hoes. Er werden nummers gespeeld van The Mills Brothers, Bing Crosby, The Andrew Sisters, gewoon op straat. Kees was toen een jaar of vijftien, een jochie nog.  Hij ging naar school nog, maar hij kon heel goed scatten, zoals ze dat vroeger deden: “skoebliejoebedoeba…”, hij kon dat geweldig, volgens Johnny Hoes, en hij had er ook een heel apart stemmetje voor.

Hij verdiende er geen geld mee, het was gewoon een hobby. Centen werden er in de haven verdiend.

JHoes
Kees Bruijs 2e rechts, Johnny Hoes vooraan voorover bukkend

Joke groeide dus op in een heel muzikaal gezin. Er was altijd muziek in huize Bruijs. Veel klassiek, maar toch ook veel uit het American Songbook, Amerikaanse Jazz en lichte muziek uit musicals en films. Joke groeide op met Bigbands, Frank Sinatra, Ella Fitzgerald, Sara Vaughan en Count Basie. Haar muzikale smaak heeft ze dus van huis uit meegekregen.

Veel geld kwam er niet binnen in het gezin, maar ondanks dat was het gezin Bruijs een heel warm nest vol
met humor. Vader Bruijs gaf niet zoals zoveel mannen die tijd zijn loonzakje af aan zijn vrouw, maar gaf haar wat hij dacht dat ze nodig had. Moeder Hetty deed haar best maar financieel was het niet altijd makkelijk voor het gezin. Zoals veel mensen in die tijd werd er ook een kostganger in huis genomen, om toch iets meer geld binnen te krijgen. Een kamer over hadden ze eigenlijk niet, maar nood breekt wetten.

Gezin Bruijs
Het gezin Bruijs, Kees en Hetty, Cees, Flip, Jan en Joke...

De armoede leverde ook spanningen op, zo gingen Kees en Hetty in 1960 een tijdje uit elkaar. Hetty trok samen met Joke in bij Opa Bleker in Amsterdam en de drie jongens bleven achter bij hun vader in Rotterdam. Joke was toen acht jaar en zat ineens in Amsterdam bij de nonnen op school. Gelukkig keerden ze na een paar maanden weer terug naar Rotterdam. Joke en haar broers waren gek op vader Kees, een hele lieve man maar niet zo’n goede echtgenoot. Op vrijdagavond ging hij na het werk altijd wel ergens een borreltje drinken met zijn collega’s, terwijl dat geld voor het huishouden nodig was. De zorg voor de kinderen liet hij helemaal aan haar moeder over, maar die kon dat soms niet bolwerken. Hetty ging later werken bij de bekende kledingzaak op Zuid, Coster (“voor Vader en Zoon”). Later werkten haar broers daar ook en verdiende Joke zelf op zaterdag wat bij als hulpkracht.

Ook op het toneel staan was een meisjesdroom van Joke. Op de lagere school nam ze al deel aan toneel en trad ze al op tijdens afscheidsfeestjes van de zesde klassen. Op elfjarige leeftijd schreef zij al in een opstel: “Ik ben Jopie Bruijs en ik wil graag zangeres en actrice worden, maar daar moet je heel veel talent voor hebben, en daar moet je ook heel hard voor werken, maar ik wil dat heel graag. Als het me niet lukt, dan word ik dierenartsassistente…

Zelf had Joke geen platenspeler, maar haar broer Flip wel. Flip was een beetje het buitenbeetje in het gezin, hij voetbalde niet zoals haar andere broers, en was creatiever. Hij speelde zelf een beetje gitaar en kocht vooral popmuziek. Via hem maakte Joke kennis met Helen Shapiro, Cliff Richard en Dusty Springfield.

jokeSpitfires
vlnr. Heddy Tigchelaar, Herman Bout, Ton Hol, John Steenkamp en Joke Bruijs 1968.

Na de lagere school kreeg Joke het advies om naar de MULO te gaan. Zij koos echter, tegen de zin van haar ouders in, voor de huishoudschool, want daar gingen al haar vriendinnen heen. Het bleek toch niets voor haar te zijn, ondanks goede cijfers (behalve voor breien en borduren) stapte ze over naar de MULO op de SLinge en ging zij later naar de detailhandelschool aan de Karel Doormanstraat. Ze maakte echter geen van beide opleidingen af, want ze had het toen al te druk met optreden.

Begin jaren zestig, Joke zat toen nog in de brugklas, werd zij zangeres bij de Spitfires. Ze hadden een schare fans, niet alleen in Zuidwijk, maar tot in Friesland en Noord-Brabant, waar ze ook geregeld optraden. Na een succesvolle deelname aan een talentenjacht kwam zij in beeld bij het VARA dansorkest waar zij na een korte auditie werd aangenomen.

De eerste schreden in de revue volgen op het toneel in Het Witte Paard te Oostende. Echt bekend wordt zij als ze toetreedt tot de Mounties van Piet Bambergen en René van Vooren en gaat werken met Don Quishocking, een van de bekenste cabaretgroepen van die tijd.

Op 18-jarige leeftijd leerde Joke Gerard Cox kennen. Gerard kwam ook van Zuid en zat op de Zuider Toneelkring, een amateurtoneelgezelschap waar Joke’s oom voorzitter van was. Het duurt echter nog tot 1977 dat zij met hem in het huwelijk treedt.

Doordat beiden het erg druk met hun carrières hebben groeit het stel uit elkaar en in 1984 is het huwelijk definitief voorbij.

In 1991 trouwt ze met Boris Bayer, een telg van de Bayer familie die zij een jaar eerder had leren kennen. Hoewel het de eerste jaren heel goed gaat tussen hen loopt dit huwelijk uiteindelijk in 2002 op de klippen als Joke de ontrouw van haar man zat is en er een streep onder zet.

In 2003 treedt Joke op met Frits Landesbergen. Hij begeleidt haar tijdens een jazz optreden en vraagt haar of ze  zin heeft een plaat op te nemen met meer van dit soort jazz nummers. Zo ontstaat een samenwerking die resulteert in haar eerste jazz solo CD “Close to me” en een relatie. Sinds 2004 woont Joke samen met Frits.

In 2006 breekt een donkere periode aan voor Joke aan. Nadat zij heeft meegedaan aan een bevolkingsonderzoek naar borstkanker, krijgt zij het bericht dat er ‘iets’ gevonden is. Het blijkt een voorstadium van kanker te zijn en Joke moet een borstbesparende operatie ondergaan. In juni vind de operatie plaats en in augustus staat zij al weer te zingen op het jazzfestival in Naarden. Een grote overwinning voor haarzelf, ‘s avonds treed  ze nog ergens op in Rotterdam, ze is niet van plan om bij de pakken neer te gaan zitten. Optreden is haar therapie.

Hoewel gescheiden van Gerard Cox staan zij nog heel vaak met elkaar op het toneel en voor de camera. Hoewel Joke vele rollen heeft gespeeld, wordt zij het meest bekend als Nel, de vrouw van Jaap Kooiman (gespeeld door Gerard Cox) in “Toen was geluk nog heel gewoon”.

In  2003 ontvangt Joke Bruijs uit handen van de toenmalige burgemeester van Rotterdam, Ivo Opstelten de Erasmusspeld. Zij ontvangt deze vanwege haar verdienste op het gebied van cultuur.

Momenteel staat Joke weer met Gerard Cox op het toneel met de voorstelling “De Oase Bar” over de kroeg van Jaap en Arie Valkhoff.

Bronnen:   

  1. “Swingend door het leven”, door Ben Valkhoff (Trichis Publishing BV 2012)
  2. Wikipedia, “Joke Bruijs”
  3. Biografie op www.jokebruijs.nl
  4. Eigen onderzoek Streekarchief Eiland IJsselmonde.

Kwartierstaat:

Kwartierstaat Joke Bruijs(Klein)
Klik op de afbeelding voor een grotere weergave...

Auteur: M. Verhoef

 

Bekende gezichten
Previous reading
100 jaar Vreewijk
Next reading
Lee Towers