Oorlogsherdenkingsmonumenten in IJsselmonde
Oorlogsherdenkingsmonumenten in IJsselmonde
door Marcel Verhoef
Eerder gepubliceerd in de Kwartaalberichten van het Streekarchief IJsselmonde, edities Herfst 2021, Voorjaar 2022 en Zomer 2022.
Het Streekarchief werd in 2020 via de gebiedscommissie IJsselmonde benaderd door de gemeente Rotterdam. De gemeente is alle kunst en herdenkingsmonumenten in de buitenruimte in kaart aan het brengen en de vraag aan ons was of wij een overzicht hadden of wilden maken van alle herdenkingsmonumenten m.b.t. de Tweede Wereldoorlog in IJsselmonde. Alle resultaten worden door de gemeente Rotterdam opgenomen in een (online) digitale database, zodat iedere geïnteresseerde kennis kan nemen van hun locatie en de achtergrond van de kunstwerken en herdenkingsmonumenten.
Het aantal oorlogsherdenkingsmonumenten in IJsselmonde bleek groter te zijn dan gedacht, er kwamen verrassende mooie en vaak niet algemeen bekende resultaten naar voren. De redactie meende dat het resultaat van dit onderzoek zich goed leende voor het kwartaalbericht en voor de website. Hieronder vindt u het resultaat van het onderzoek.
Het beeld “de Zaaier” van Riet Elias
Na de bevrijding verscheen in september 1945 het officiële clubblad van Feyenoord, “de Feyenoorder” weer na vier jaar afwezigheid. “Het is er weer, ons clubblad!”, opende redacteur Heesakker. En even verder: “Gelukkig konden de indringers zich niet handhaven en zoo zijn wij weer in staat de schakel te lasschen en de band tusschen de leden weer tot stand te brengen.”
De eerste naoorlogse editie vermeldde een “droeve lijst” met “leden onzer vereeniging”die “’s lands bevrijding” niet meer mochten meemaken. Deze lijst bleek later geenszins compleet te zijn, in de cubbladen van oktober en november 1945 werden nog enkele namen toegevoegd. Ook bleken achteraf de Joodse leden niet te zijn vermeld, waarschijnlijk lag dit aan het feit dat zij tijdens de oorlogsjaren door de bezetter werden uitgesloten van het verenigingsleven, zodat zij “officieel” geen lid meer waren. De heer Jan Oudenaarden schrijft hier uitgebreid over in deel drie van zijn trilogie “De geschiedenis van Feyenoord” (Trichis, 2016).
In de Feyenoorder van januari 1946 riep Bert Heesakker de leden op om een bijdrage te leveren ter realisering van een herdenkingsmonument in de Kuip ter nagedachtenis aan de gevallen leden en donateurs. De Rotterdamse kunstenares Maria (Riet) Norberta Elias (1919-2009) werd verzocht een beeld te ontwerpen. Het beeld werd uitgevoerd in een terra kleur en was 2.80 meter hoog. Het werd geplaatst in de Kuip onder het ereterras (de tegenwoordige Olympiazijde) en werd op 3 mei 1947 onthuld.
Voorzitter Cor Kieboom hield een “treffende rede” en de voorzitter van de herdenkingscommissie, de heer Lou van der Slik zette op verzoek van de kunstenares de betekenis van het beeld uiteen.
“U ziet hier de beeltenis van een zaaier; in de linkerhand draagt hij een korf met zaad; zijn rechtervoet staat op een helm, welke hij vertrapt; achter zijn rug ziet men de bloedaderen, het bloed symboliserende, dat over de wereld heeft gevloeid; over de met bloed doordrenkte aarde, zaait deze zaaier het nieuwe zaad, het nieuwe leven.”
Het beeld zou, ondanks het feit dat de commissie na de onthulling een beroep deed op alle leden en donateurs en vroeg om “hun volle medewerking […] tot de bescherming van dit mooie monument”, niet lang in de Kuip staan.
In het jaarverslag 1947/1948 schreef secretaris Kees Prins dat het gedenkteken “enige maanden aan het oog onttrokken moest worden”, maar dat het inmiddels weer te zien was. “Nog is deze aangelegenheid niet met de Gedenkteken-commissie in Den Haag geregeld, doch wij hebben goede reden om aan te nemen dat ook hierin een oplossing gevonden zal worden, die beide partijen bevredigt.”
De problemen bestonden eruit dat de kunstenares was vergeten vergunning aan te vragen bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Zowel Feyenoord als Riet Elias pleitte voor handhaving, het bestuur van Feyenoord bezocht tot tweemaal toe het ministerie in Den Haag, maar het beeld moest verdwijnen. Het beeld verdween zelfs zo goed, dat niemand meer weet waar het gebleven is. Vermoedelijk is het in de jaren na 1947 verplaatst naar een depot van het ministerie en vermoedelijk uiteindelijk vernietigd. Niemand heeft het hierna ooit nog gezien, sterker nog, het beeld verdween zelfs uit de geschiedenis van de club, in het gedenkboek van 1948 ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan wordt er nog kort aan gerefereerd, maar in het boek dat verscheen vanwege het 50-jarig bestaan wordt het zelfs niet meer genoemd. In die uitgave worden wel de “overleden makkers” nog herdacht, maar door middel van “een marmeren plaat”, die “ter hunner nagedachtenis is aangebracht”.
Deze (volgens Oudenaarden) schamele vervanging van het oorspronkelijke monument hangt rechts boven aan de trap naar de voormalige eretribune en bestuurskamer, achter het kunstwerk dat Gust Romijn (1922-2010) in 1958 maakte bij het vijftigjarige jubileum van Feyenoord. Wie het niet weet ziet het niet hangen, maar hij hangt er nog steeds.
Lange tijd was deze plaquette het enige oorlogsherdenkingsmonument in de Kuip, maar in 2010 kwam daar verandering in.
De Kuip werd tijdens de razzia van Rotterdam door de Duitse bezetter gebruikt om de ruim 50.000 mannen op te vangen die tijdens de razzia waren opgepakt. Tijdens de razzia op 10 en 11 november 1944 werden mannen in de leeftijd van 17 tot en met 40 jaar opgepakt en naar De Kuip gebracht. Daarna werden zij door de Duitsers weggevoerd om als dwangarbeider te werken.
Bij de Razzia herdenking van 10 november 2010 werd door burgemeester ing. A. Aboutaleb samen met Jaap Folst, die als jongen werd opgepakt tijdens de razzia, een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis. De onthulling vond plaats in het Maasgebouw, maar de plaquette heeft nu haar definitieve plek gevonden op de begane grond van het Olympia gebouw.
“Het verhaal van de razzia van Rotterdam is altijd onderbelicht gebleven”, vertelde Aboutaleb tijdens de herdenking. “Het is belangrijk dat er nu een plek komt waar alle mensen die de oorlog hebben meegemaakt terecht kunnen om dierbaren te herinneren. We moeten de slachtoffers blijven eren en laten voortleven in de geschiedenis van onze stad.”
Op 4 mei wordt elk jaar de officiële dodenherdenking in IJsselmonde gehouden bij het oorlogsherdenkingsmonument op het plein bij de Adriaen Janszkerk aan de Kasteelweg. De herdenking wordt georganiseerd door de Stichting Comite 4 en 5 mei IJsselmonde met ondersteuning van de gemeente Rotterdam en tal van maatschappelijke organisaties, waaronder de scoutingverenigingen uit IJsselmonde, veteranen en de commandant van de Van Ghentkazerne.
Totstandkoming
Uit de archieven van het Stadsarchief Rotterdam blijkt dat er al snel na de bevrijding in 1945 in IJsselmonde gedacht werd aan de oprichting van een monument. Daartoe werd de ‘Commissie tot stichting van een oorlogsmonument te IJsselmonde’ opgericht. Deze commissie heeft een openbare prijsvraag uitgeschreven om te komen tot een ontwerp voor een monument in IJsselmonde.
Op 15 oktober 1945 werd bij Koninklijk Besluit een monumentenstop afgekondigd. Het oprichten, plaatsen of aanbrengen van gedenktekens op de openbare weg of vanaf de openbare weg af zichtbare plaatsen was slechts geoorloofd na goedkeuring van het ontwerp door de toenmalige minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, onverminderd de bevoegdheid der plaatselijke organen. Er werd een ‘Centrale Commissie voor Oorlogs- en Vredesgedenkteekens’ ingesteld.
Bovenstaande was ook de primaire reden waarom het hierboven beschreven herdenkingsmonument in het Feyenoordstadion moest wijken.
De door de bovengenoemde commissie uitgeschreven prijsvraag leidde helaas niet tot een ontwerp voor een monument. Beeldhouwer Piet van den Eynde werd hierna door de commissie benaderd, die een aantal ontwerpen schetste. De keuze viel uiteindelijk op het ontwerp zoals het monument er nu nog staat, uitgevoerd in Ettringer Tuffsteen.
Uit het in 1948 verschenen boekje “Rotterdamse Standbeelden, Monumenten en Gedenktekens”, samengesteld door Dr. A.C. Kersbergen, medewerkster van het Stadsarchief Rotterdam, blijkt dat plaatsing van het monument in IJsselmonde nog niet zo eenvoudig was. Dr. Kersbergen schrijft in haar boekje dat door het uitblijven van ministeriële goedkeuring het monument in eerste instantie op ‘kerkegrond’ moest worden opgesteld.
De onthulling van het monument vond plaats op 4 mei 1949 door kinderen van gevallenen. Aansluitend werd tijdens dodenherdenking een wijdingsdienst gehouden in de Adriaen Janzkerk. In de jaren vlak na de oorlog was het gebruikelijk dat er wijdingsdiensten gehouden werden in aansluiting op de herdenking. Inmiddels zijn deze diensten in ongebruik geraakt en rest alleen nog de herdenkingsdienst bij het monument op het plein.
Het monument
Het herdenkingsmonument is een beeld van een staande vrouwenfiguur met op haar rechterhand een vogel en aan haar linkerkant een knielende mannenfiguur. Het beeld is geplaatst op een betonnen zuil. Aan weerzijden van de zuil staat een betonnen blok.
Het monument heeft een statische werking door een sterke, frontale opvatting van het geheel. De vrouwenfiguur is geplaatst voor een wand, waarmee uitdrukking wordt gegeven aan haar onverzettelijkheid en kracht. Haar ernstige gelaatsuitdrukking geeft aan dat zij zich bewust is van haar dienende zaak, opdat het offer dat de oorlogsslachtoffers brachten niet vergeten wordt.
De tekst op het monument luidt: “Wijdt dan het diepst van uw gedachtenis” (linkerblok); Aan hen die voor uw vrijheid alles gaven” (rechterblok). Op de zuil staat “1940 - 1945”.
Symboliek
De beeldhouwer P. van den Eynde heeft zich laten leiden door het gevoel dat er zowel aandacht besteed moest worden aan de tijd van verdrukking als aan de bevrijdingsgedachte.
Hij heeft deze begrippen samengebracht in één voorstelling. Terwijl de vrouwenfiguur met de linkerarm het kwaad terneer drukt, heeft zij op haar geheven rechterhand een vogel zitten als verwijzing naar de bevrijding.
Zwerfkeien
In 2003 zijn er aan het monument twee zwerfkeien met plaquette toegevoegd. De zwerfkeien zijn onthuld door bestuursleden van de VOMI (Vereniging Oud Militairen Indië en Nieuw Guineagangers), de heren H. Barmentlo en G. de Jong.
De tekst op de linker zwerfkei luidt: “Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van oorlogsgeweld, zinloos geweld en rassenhaat en hen die hun leven gaven tijdens de uitvoering van hun opdracht tot herstel van oorlog en vrede”. De tekst op de rechter zwerfkei luidt: “Nederlands-Indië 1945 - 1950, P.J. Bijlsma 17-05-1927 - 29-03-1949, Ereveld Tjandi,
G.C. Visser 20-01-1926 - 24-04-1949, Ereveld Bandung Pandu, L.A. Wijnbelt 22-02-1925 - 29-07-1949, Ereveld Tjandi, Zij keerden niet terug”.
Locatie
Oorspronkelijk stond het gedenkteken aan de Bovenstraat in IJsselmonde. In 1967 is het monument verplaatst naar de Cranendonckweg. Naar aanleiding van ruimtelijke herinrichting van het centrum van Oud-IJsselmonde heeft het monument in 2009 een nieuwe plaats gekregen aan de Kasteelweg. Het monument staat nu op het plein aan de Kasteelweg voor de Adriaen Janzkerk.
De kunstenaar
Petrus (Piet) Bernardus Marinus van den Eijnde werd geboren op 30 september 1896 te Sassenheim als zoon van de “kerkschilder” Godefridus Dominicus van den Eijnde en Anna Apolonia van der Laar. Hij overleed te Haarlem op 8 juli 1978. Piet van den Eynde werd zijn “artiestennaam”. Van den Eynde was een neef van Hendrik Albertus van den Eijnde (1869-1939) die in zijn tijd een zeer bekende beeldhouwer was en maker van vele monumenten en gevelversieringen aan woonhuizen en bedrijfsgebouwen.
Piet van den Eynde signeerde zijn werken met het monogram PE dooreen in een cirkel.
Zijn opleiding volgde Piet van den Eynde in Haarlem aan de School voor Kunstnijverheid, waar hij les kreeg van zijn neef H.A. van den Eijnde. Hij is werkzaam geweest in Amsterdam, Maastricht en Haarlem. Zijn onderwerpen omvatten vooral portretten, reliëfs en figuurvoorstellingen. Als materiaal gebruikte hij met name gips. Hij was lid van het Genootschap van beeldende kunstenaars “Kunst zij ons doel” te Haarlem. Naast beeldhouwer was Piet van den Eynde ook schilder.
De Vrede en Verzoeningskerk (of Gedachteniskerk) van Parochie de Emmaüsgangers
Het Monument “aan” de Kerk “Vrede en Verzoening” aan de Reyerdijk 69 te Rotterdam-IJsselmonde, herdenkt de Tweede Wereldoorlog en met name het bombardement op Rotterdam. De hoeksteen is geplaatst aan de zijde van de Bandeloodijk. De hoeksteen werd op 2 november 1968 (Allerzielen) aangebracht.
Feitelijk is de gehele kerk een monument ter nagedachtenis aan de Oorlog. Toen de architecten, de heren Lelieveldt en Polgar, in 1964 de opdracht kregen behelsde die opdracht “het ontwerp van een parochiekerk met 850 zitplaatsen”. Op initiatief van pastoor P.H. van Ingen werd daarbij ook gesteld , dat in de parochiekerk de mogelijkheid moest worden geboden om de slachtoffers van het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940, te gedenken. Voorts moest het gebouw in het teken staan van vrede en verzoening, vandaar de naam: Vrede en Verzoening kerk. De kerk werd op 14 mei 1969 officieel ingewijd door Mgr. M.A. Jansen, bisschop van Rotterdam en de Duitse kardinaal J. Dopfner.
Bij de entree van de kerk aan de Reyerdijk bevinden zich aan de binnenkant op een pilaar een tweetal teksten. Eén herinnert aan de opening: “De inwijding werd verricht door MGR M.A. JANSEN In aanwezigheid van JULIUS KARDINAAL DOPFNER, op 14 mei 1969”, en de andere herinnert aan de oorlog, en luidt: “Treedt binnen in deze kerk opgericht ter nagedachtenis aan de gevallenen en ter verzoening van allen die streven naar gerechtigheid”.
Binnen in de kerk is een pilaar te zien met daarop 14 kruizen aangebracht. Eén gouden kruis, het kruis der overwinning en dertien houten kruizen. De veertien kruizen symboliseren tezamen 14 mei, de dag van het bombardement van Rotterdam. Dit kunstwerk is van de Amsterdamse kunstenaar Willem Thijs, die ook de bijzondere glas in beton ramen en het tabernakel ontwierp.
De ruwhouten kruizen werden door de kunstenaar geblakerd in vuur om ze een harde en grove uitstraling te geven. Naast de houten kruizen heeft de kunstenaar ook 14 kruizen uitgehakt in het beton. Als het licht onder een bepaalde hoek op de houten kruizen schijnt, vormen hun schaduwen met de uitgehakte kruizen, hakenkruizen.
De glazen ramen in de kerk zijn ook ontworpen door de Amsterdamse kunstenaar Willem Thijs. Waar de oudere kerken veelal glas in lood ramen kennen, werd de Vrede en Verzoening kerk uitgerust met glas in beton ramen. Dit kenmerkt zich door (veel) dikker glas en daar waar bij glas in lood de verbinding van lood zijn, is het hier uitgevoerd in beton.
De ramen in de dagkapel hebben als thema Oorlog en Vrede.
Op de eerste twee ramen van links staan een uiteenspattende vuurbol (oorlog, bombardement) en een wegvluchtende man en vrouw.
Onder in het derde raam een weergave van stervend hout met daarop een gekruisigde figuur (liggend), symbool voor het afsterven van de vrijheid.
Uit die stervende boom groeit in het vierde raam weer een levende tak met blad. Daarop de duif met vredestak in de bek. Daarboven staat de bevrijde mens als de overwinnende Christus. Onder deze figuur een oog: het nieuwe zien, verder lichtpunten (sterren). Onder in dit raam en doorlopend over het vijfde raam: een korenveld: er is weer brood, de hongerwinter is voorbij; er is weer blijheid, daarom klaprozen. En daarboven de stralende zon, die het leven schenkt. Tenslotte keren in het zesde raam de man en de vrouw terug, die gevlucht waren voor de vuurbol. Er is vrijheid en nieuw leven, daarom het kind in het midden.
De Kerk staat dus bol van de symboliek die verwijst naar de Tweede Wereldoorlog en haar slachtoffers, maar is ook een monument ter ere aan Vrede en Verzoening.
Bronnen:
- De Feyenoorder, jaargang 29, nummer 1, september 1945
- Archief van de voetbalclub Feyenoord
- De Geschiedenis van Feyenoord, deel 3 door Jan Oudenaarden (Trichis 2016)
- De Razzia van Rotterdam door Dr. B.A. Sijes (Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V. , 1951)