Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

- Kenmerken
- Archiefvorming
- Inhoud en structuur van het archief
- Aanwijzingen voor de gebruiker
- Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
Reeds in 1524 klaagden eenige steden op de dagvaart te Mechelen "over die veelheyt ende onbequaemheyt" van de notarissen, die akten verleden, waaruit tal van processen en geschillen ontstonden. Zij verlangden, dat elke stad voortaan voor haar ressort "de nutste ende bequaemste (zou) mogen eligeren, zoeveel hemlieden nae grootheyt van der stadt van noode (zou) zijn", waarop besloten werd, dat iedere stad, al naar dat zij groot was, twee, drie of vier notarissen zou kunnen kiezen, doch, dat de Staten deze keus moesten approbeeren * .
Toen burgemeesteren van Rotterdam 10 October 1578 aan het Hof van Holland verzochten, om Mr. Jacob Caulill tot notaris in hunne stad te benoemen, wezen zij in hun rekest er op, dat na het overgaan van Amsterdam, 8 Februari 1578, door vertrek naar die stad het aantal Rotterdamsche notarissen, tot ongerief der ingezetenen, beduidend verminderd was. "Alsoo deur d'overgaen der stede Amsterdam", zo klaagden zij, "eenighe notarissen, hen tot noch toe binnen onzer stede geneert ende onthouden hebbende, derwaerts zijn vertrocken ende deur dien den coopman mitsgaders de gemeene burger alhier dichmael ongerieft zijn, ende wy daeromme tot heuren commoditeyt ende gerieve schuldich sijn, daerinne te voorsien", daarom vroegen zij de aanstelling van een nieuwen notaris *
Op het oogenblik, dat zij dit deden, bedroeg het aantal Rotterdamsche notarissen waarschijnlijk niet meer dan vijf. Immers de onderschoolmeester-notaris Willem Willemsz., geadmitteerd 3 April 1565, was toen reeds overleden (spoedig na Paschen 1574), terwijl vermoedelijk naar Amsterdam vertrokken waren Simon Pietersz. Brouwer, geadmitteerd 11 Juni 1567, en Jacques Raset, geadmitteerd 29 Juni 1577.
Zekerheid hieromtrent bestaat even wel niet, daar hunne protocollen verloren gegaan zijn *
Adriaen Willemsz. van der Chijs, geadmitteerd 29 Juli 1567;
Jan van Coulster, geadmitteerd 8 Juli 1574 * ;
Cornelis Jansz. de la Ryve, geadmitteerd 27 September 1578;
Gerrit Jacobsz. van Bremen, geadmitteerd 19 Maart 1585;
Jacob Symonsz., geadmitteerd 18 October 1585;
Balthazar van Baerle, geadmitteerd 7 April 1587;
Hendrik Jansz. van Naarden, geadmitteerd 22 October 1590;
Jason Sonck van der Aa, geadmitteerd 17 September 1592.
Alleen het protocol van Jacob Symonsz. is bewaard gebleven, de andere protocollen zijn alle verloren gegaan.
Doch ook aan dezen regel hield men zich blijkbaar niet, want in het begin van 1651 waren er reeds niet minder dan 37 of 38 *
soo is om in het een en ander te voorzien goedgevonden, dat als er vijf notarissen sullen zijn komen t' overlyden, alsdan ene plaets sal werden gesuppleert en vergeven door den heer Burgemeester, in welkers quartaal die vijfde is komen te sterve, en dat zulx soo van tijd tot tijd nae het overlyden van de vijfde zal werden geobserveerd, totdat het getal tot sestien zal zijn uitgestorven, waarnae by 't overlyden van een van die sestien desselfs plaets wederom zal werden vergeven en daerover gedisponeert by dien heer Burgemeester, in welkers quartaal die vacature alsdan sal komen te vallen".
Wanneer iemand dong naar een notarisplaats in een stad of ambacht, dan vervoegde hij zich om brieven van recommandatie bij het stadsbestuur respectievelijk den ambachtsheer. In het eerste geval schreven Burgemeesters en Regeerders aan Gecommitteerde Raden onder verklaring of overlegging van getuigschriften "van bequaemheyt ende geschicktheyt" * . met verzoek dat de Staten, na 1795 het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek, den sollicitant, na afgelegd examen, brieven van creatie zouden verstrekken. Gelukte dat, dan moest hij geadmitteerd worden door het Hof van Holland, na 1795 door het Hof van Justitie, waarna het stadsbestuur hem consent tot de uitoefening der notarieele praktijk binnen de stad en hare jurisdictie moest verleenen * . Eerst dan was de sollicitant volkomen gerechtigd om zijn functie waar te nemen *
Bij arrest van 24 December 1803 (2 Nivôse an Xll) was voorgeschreven, dat bij elke rechtbank van eerste instantie een Kamer van notarissen in dat ressort moest worden opgericht. Deze Kamer van notarissen zou in de eerste plaats dienen "pour leur discipline intérieure", doch volgens art. 6 van genoemd arrest zouden daar ook lijsten van de minuutakten van de opgeheven notarisplaatsen gedeponeerd worden.
In 1652 werd notaris Arent van der Graef door Burgemeesteren "gedeporteert van sijn notarisampt", omdat hij Cornelia de Lint een testament had laten maken, terwijl zij "doot in de kist lach" * . In 1662 werd notaris Jacob d'Oude wegens valschheid in het passeeren van een akte van zijn ambt ontzet en gelast "het teycken daervan in te trecken", alsmede veroordeeld tot een boete van twee honderd gulden *
Anderen echter controleerden alleen "by occasie", tengevolge waarvan in het nazien der notarieele protocollen een aanmerkelijke achterstand kwam. Daarom werden in het laatst van 1801 de Rotterdamsche stadssecretarissen gelast, om de protocollen van alle notarissen binnen de gemeente tot ultimo December 1800 te examineeren vóór den laatsten Februari 1802 * .
Werd het toezicht bemoeilijkt door den notaris zelf, dan stond het stadsbestuur den controleerenden secretaris bij. Toen in het begin van 1804 de notaris Manta Meyndert van der Loeff zijn protocol van de vorige jaren niet in behoorlijke orde had, besloten Wethouderen hem te vermanen en desnoods te gelasten, dit vóór of uiterlijk op 31 Mei 1804 te bewerkstelligen en den secretaris de gelegenheid te geven, om dit vóór het einde van gemelden termijn te kunnen examineeren *
Soo hebbe ick in den name Godts dese beginnen te schryven tot dien eynde dat alles recht ende ter goeder trouwen mach geschiden ende in sekere prothocol bewaert blyven tot ellicx recht ende gerieff by faulte van bewaringe ofte veranderinge; verhoope sullix nae mijn gedane belofftenisse metter hulpe Godes in alles trouwelijck ende nerstelijck te betrachten dat ick niets niet en sal attenteren bij mynen weten dan de rechte waerhijt ende het tzelve met goeder conciënten te bewaerheden.
Datum van admissie: -. Naam: J. C. Loscopius. Opmerkingen: Fungeert 1455, 1486.
Datum van admissie: -. Naam: Johannes Allardi. Opmerkingen: Fungeert 1469, 1476 *
Datum van admissie: -. Naam: Mr. IJsbrant Solerius. Opmerkingen: Fungeert 1522.
Datum van admissie: Oct. 1525. Naam: Adriaen Alewijnse. Opmerkingen: Fungeert 1542 *
Datum van admissie: Oct. 1525. Naam: Mr. IJsbrant Jacob Woutersz. Opmerkingen: Fungeert 1542 *
Datum van admissie: 2 Jan. 1538. Naam: Mr. Eeuwout Symonsz.
Datum van admissie: -. Naam: Jan Adriaensz. van der Goude. Opmerkingen: Fungeert 1550.
Datum van admissie: 19 Juli 1552. Naam: Dirck Kopel van Waesselaer (of Waetselaer).
Datum van admissie: 6 Juli 1555. Naam: Dirck Jansz. van der Burch.
Datum van admissie: 18 April 1556. Naam: Johannes Jansz. de la Ryve. Opmerkingen: Eerst notaris te 's-Gravenhage, fungeert te Rotterdam 1559, 1566.
Datum van admissie: 11 Sept. 1561. Naam: Jan Willemsz. (Vlaminck). Opmerkingen: Fungeert 1599.
Datum van admissie: 3 April 1564. (stilo curiae). Naam: Guilielmus Guilielmi (Willem Willemsz.). Opmerkingen: Overleden in 1574 spoedig na Paschen *
Datum van admissie: 2 Oct. 1564. Naam: Mr. Hugo van der Goes. Opmerkingen: Vlucht in 1572.
Datum van admissie: 11 Juni 1567. Naam: Simon Pietersz. Brouwer.
Datum van admissie: 29 Juli 1567. Naam: Adriaen Willemsz. van der Chijs. Opmerkingen: Overleden 20 Sept. 1608.
Datum van admissie: -. Naam: Adriaen Jansz. Coerendijck. Opmerkingen: Fungeert 1568.
Datum van admissie: 24 Oct. 1570.
Hebben d' heeren Burgermeesteren alle de notarissen residerende binnen dese stad ende haer ampt aldaer exercerende geordonneert ende belast - alsoo, by den placate van de Ed. Groot Mogende Heeren Staten van Holland ende Westvriesland van date den XXIIen April jongstleden, is geordonneert ende gestatueert dat telckens, soo wanneer een notaris binnen dese landen sal komen te overlyden, alle desselfs protocollen, minuten, acten ende papieren voor hem als notaris gepasseert ofte te syne functie specterende, egeene van dyen uytgesondert, sullen moeten worden gebragt ter Secretarie van de stad, dorp, plaetse ofte geregte, daer denselven notaris syne residentie gehad heeft ten fine ende op de boete breeder in den voorssegde placate verhaelt - dat syluyden notarissen tot exacte observantie ende nakominge van de goede meyninge van Hare Ed. Groot Mogenden in den voorssegde placate vervatet, geen actens ter wereld voor haer als notaris voortaen en sullen hebben te passeren als die ten minsten op een vel van twee geheele bladeren in folio wesende goet schrijffpapier van ordinaris formaet sullen wesen geschreven opdat d' selve bequaem souden sijn omme ingebonden te kunnen werden.
1.
Het Protocol van Jacob Simonsz. za(liger ged(achten) bestaende in 22 Quohieren van Miscellanea, beginnende van no. 1 aff tot no. 22 toe.
2.
Het Protocol van Jacob Duyffhuysen den Oude za(liger) ged(achten) bestaende in 27 Quohieren, te weten: 20 van den beginne in gebonde Quohieren gesc(hreven), ende de resterende 7 nae t overlijden van Jacob Duyffhuysen de Jonge desselffszoon, gedaen inbinden, beginnende van no, 1 aff tot 27 toe.
3.
Het Protocol van Willem Jacobsz, za. ged. bestaende in 23 Quohieren van Miscellanea, beginnende van n°. 1 aff tot 23 toe.
4.
Het Protocol van Jan van Aller Andriesz. za. ged. bestaende in 23 Quohieren eerst 2 van Miscellanea ende dan vervolgens van Testamenten etc., Inventarissen, Contracten, Procuratien, Attestatien, Transporten ende Insinuatien, tot 23 toe.
5.
Het Protocol van Jan Leendertsz. Schouten deser werelt overleden, bestaende in een Quohier van Miscellanea,
6.
Het Protocol van Arnout Wagensvelt za. ged. bestaende in 19 Quohieren van Testamenten, Houwelycxe voorwaerden, Coop- ende Huercedullen, Obligatien, Procuratien, Attestatien ende voorts Miscellanea, beginnende van no, 1 aff tot 19 toe.
7
Het Protocol van Adriaen Kieboom den Ouden za. ged. bestaende in 9 Quohieren van Miscellanea, beginnende van n°. 1 tot 9 toe.
8.
Het Protocol van Jacob Duyffhuysen
Dat mede syluyden Secretarissen alle de voorszegde notarissen, ende diegene, dewelcke der voorszegden overledenen notarissen plaetsen waren representeerende, ondervraegt hebbende wat prothocollen van andere notarissen, die off overleden,
Art. I.
De Notarissen sullen alle Actens, voor haer gepasseert werdende, ten eynde van elk jaer uyterlijk voor de expiratie van February, moeten hebben doen binden in een Boek of Protocol.
II.
Sullen ook op dat Boek moeten maken een pertinenten Index, ordine alfabetico, en hetselve mede moeten gedaen hebben in de maend van February.
III.
Het een en het ander op een boete van vijf en twintig guldens, en nog drie guldens te verbeuren voor yder dag na de expiratie van de maend van February.
IV.
Ten aansien van het kleyn Zegel sullen de Notarissen sig in alles preciselijk na de Ordonnantie van de Heeren Staten daerop gemaekt of nog te maken moeten reguleren. Op de boete en poene daerby gestatueerd.
V.
De Secretaris, de Secretarye waarnemende, is geauthoriseert en gelast om de Actens en Protocollen van de Notarissen te inspecteren, en te sien of deselve Actens behoorlijk gezegelt, geprotocolleert en met een Index voorsien zijn.
VI.
De Notarissen hun Ampt afstaende, of sig metterwoon begevende buyten dese Stad, sullen gehouden zijn alle hunne Actens, Protocollen, en specialijk mede die van het loopende jaer, behoorlijk gesegelt, geprotocolleert en van een goeden Index voorsien, over te brengen ter Secretarye der Stad. Ingevalle van vertrek buyten dese Stad, vóór hun vertrek. En bij afstand of quiteren, binnen ses weken daerna. Op poene van sulks niet doende vóór het vertrek, of ses weken respectivelijk, te verbeuren hondert guldens; langer als drie maenden daerboven wagtende, dog geen ses maanden, twee hondert guldens; en langer als ses maanden in gebreke blyvende, duysent guldens.
VII.
Alles onvermindert de obligatie om de voorsz. Protocollen en Actens ter Secretarye te moeten overbrengen.
VIII.
Bij overlyden van een Notaris sullen degeene, die de bewaringe of het bewind van het Sterfhuis sullen hebben, gehouden zijn, binnen ses weeken na het overlyden, het Protocol ter Secretarye deser Stad
Wyders dat alle de notarissen binnen deze stad en jurisdictie van dien practiserende voor dese vergaderinge sullen werden ontboden, den inhoude deser resolutie bekent gemaekt en gelast sig daerna te reguleren en baere belofte daerop affgevergt.
Ende is mede geresolveert, dat by dese vergaderinge geene admissie aen eenige notarissen sullen werden verleent en de heeren Burgermeesteren versoecken gelijck haer Ed. Groot Agtb. versogt werden by desen mede geen admissie te verleenen als met de voorsegde clausule en limitatie onder belofte van t selve te sullen nakomen en dat t selve in de actens van admissie werde geïnsereert.

meer informatie over MAIS-(M)DWS