Willy Batenburg
De Troubadour uit Dordrecht, wereldberoemd op Rotterdam-Zuid
Oorspronkelijk gepubliceerd in Streekarchief Eiland IJsselmonde Kwartaalbericht Zomer 2016 (jaargang 31, nummer 2)
Mijn eerste ontmoeting met Willy, zoals de op 27 juli 1927 in Zaltbommel geboren Willem Hendrik van Batenburg werd genoemd, was eind jaren ‘80, begin jaren ’90 in Café ‘t Haantje aan de Bierens de Haanweg in Lombardijen. Het verlegen, grappige oude mannetje trad daar, al voordat hij zelfs landelijk bekend werd, regelmatig op. Eén van de uitbaters, Wil Wolters, haalde Willie dan met de auto op in Dordrecht, gaf hem patat met biefstuk en wat te drinken in het café en Willy trad dan vervolgens de hele zaterdagavond op. Na het optreden werd Willy, ook nog een kleine vergoeding rijker, dan weer netjes thuisgebracht door Wil. Vol bewondering kon ik naar de autistische Willy kijken hoe hij daar, gekleed in zijn Tiroler pakje met zijn banjo, uitgejouwd en bejubeld, zijn optreden weggaf als een grote ster en daar zelf ook met volle teugen van genoot.
Willy was autistisch. En in zijn eigen wereld was Willy van Batenburg een hele grote ster. Nadat hij ruim vijftig jaar ploeterde, bereikte hij begin jaren negentig het hoogtepunt van zijn carrière: in 1993 scoorde hij een Top 20-hit met het zelfgeschreven nummer Oene Meine Masj Tirol.
Sinds dat succesje ervoer Willy het leven alsof hij een idool was. Hij had fans en optredens in het hele land. En als we Willy zelf mochten geloven, was hij inmiddels het succes van een artiest als Lee Towers voorbijgestreefd.
Natuurlijk was Willy in werkelijkheid slechts een semi-beroemdheid. Hij werd vooral bekend binnen het bruiloften- en partijencircuit. Hoewel hij zo zijn succesjes heeft gekend, waaronder dus die hit uit 1993, en een album uit diezelfde tijd dat enkele maanden in de album-Top 100 stond.
Zo’n twee keer per week trad Willy op. En heus niet altijd voor een klein publiek. Hij was te gast in een overvolle Rotterdamse Kuip in de rust van een wedstrijd van Feyenoord.
Willy had nog wel meer spraakmakende optredens op zijn naam staan, want hij gold namelijk als het lievelingetje van veel artiesten binnen het Nederlandse lichte amusementscircuit. Toen Marco Borsato bijvoorbeeld meer dan 100.000 singles van “Dromen Zijn Bedrog” had verkocht, organiseerde de platenmaatschappij een exclusief privé-feestje in een kasteel. Borsato’s toenmalige vriendin had de organisatie laten weten dat het volksidool geen groter plezier kon worden gedaan dan een optreden te regelen van, jawel Willem van Batenburg, de zanger die volgens zijn visitekaartje een repertoire bracht van Country & Western en een vleugje Tirol. Zo geschiedde.
En wie trad er op toen René Froger een vrijgezellenfeest gaf, in de periode dat de chansonnier zijn ‘lost weekend’ beleefde - op Froger’s uitdrukkelijke verzoek nog wel? Inderdaad, de zingende cowboy uit Dordrecht.
Dus Willy had alle reden om zichzelf een grote ster te vinden.
Willy’s, overigens lichte, autistische neigingen hielden in dat hij bepaalde geestelijke eigenschappen niet beheerste, zoals het vermogen om zijn eigen leven te organiseren. Of om simpele handelingen te verrichten zoals telefoneren, schrijven en rekenen. Daarentegen kon hij dingen die binnen zijn belevingswereld vielen, zoals de muziek, ontzettend goed onderscheiden en onthouden. Als je Willy vroeg wie er in de Electronica’s (bekend van de Vogeltjesdans) zaten, lepelde hij zonder enige problemen alle namen van de groepsleden op. Het telefoonnummer van Lee Towers? Willy had het paraat, ook al dateerde het misschien wel van 1980.
Willy was geen zware autist omdat hij redelijk veel sociale vaardigheden en kennis van de wereld had. In zijn omgeving zei men daarom gewoon dat Willy “simpel” was. Daarbij kwam ook nog dat hij een boerenslimheid had waar weinigen tegenop konden.
Willy reageerde vaak een beetje gepikeerd als je hem naar zijn ‘anders zijn’ vroeg. Dan zei hij: “Volgens mij zijn degenen die zeggen dat ik gek ben, gewoon jaloers. Als je zoveel succes hebt als ik, kun je volgens mij niet gek zijn. En ik leid een prachtig leven. Veel van m’n leeftijdsgenoten zitten achter de geraniums. Ik niet. Ik speel veertien instrumenten en ik spreek mijn talen. En ik kom lekker veel onder de mensen. Wie doet me dat na?”
En meestal herhaalde hij zo’n reeks opmerkingen een keer of vijftig op een dag, zodat er uiteindelijk niemand meer was die hem nog tegen durfde te spreken.
Rondom Willy bestond een kleine organisatie van mensen die hem hielpen om hem zijn leventje te laten leiden. Zo had je het echtpaar Corry en Frits, dat bij hem in de straat woonde. Corry kookte ’s middags voor Willy als hij niet lunchte op de sociale werkplaats waar hij vroeger ook werkte. Dit deed ze sinds Willy zijn moeder in de jaren 70 verloor. Ook ruimde ze Willy’s huis op en zorgde voor wat aanspraak als Willy alleen thuis was. Haar man Frits deed Willy’s financiën. Dat was lang niet altijd makkelijk. Toen de zanger een flinke aanslag van de belasting kreeg, vonden Corry en Frits, als het aan hen lag, dat Willy had mogen stoppen met zijn optredens. Financieel en lichamelijk was dat veel verstandiger, zo vertelden ze hem keer op keer. Maar Willy peinsde er niet over.
Hij genoot van zijn wekelijkse optredens met een gedrevenheid die je meestal alleen bij kinderen ziet.
Willy leidde een uiterst sober leven, daarom kon hij het hoofd makkelijk boven water houden. Het is iets wat hij had overgehouden uit zijn jeugd. De muzikale familie Van Batenburg leefde immers altijd al op kleine voet. Vader was timmerman. In de weekeinden trok het gezin, met Willy als enig kind, erop uit om op straat of in een café te gaan spelen. Ze hadden geen telefoon. De lamp in de woonkamer was een eenvoudig peertje. Gewassen werd er in een tobbe. ’s Nachts werd zelfs het licht in de koelkast uitgedraaid. De angst voor een berooide oude dag zat er goed in.
Nadat zijn vader in 1964 jong overleed, moest Willy voor het geld zorgen. Voor zijn inpakwerk op de sociale werkplaats ontving hij een uitkering. Veel was het niet, vandaar dat Willy een talent ontwikkelde voor het verkrijgen van optredens. Zonder schroom stapte hij in de jaren zestig en zeventig een bruiloft binnen om te zeggen dat hij was gevraagd om op te treden. Eerst zei hij dat tegen de zaaleigenaar. En als die om was, begon hij hetzelfde verhaal nog eens op te hangen tegen de bruid en bruidegom. De truc werkte altijd. Vooral omdat niemand in het gezelschap het mannetje, dat een enorme contrabas op zijn fiets had meegevoerd, durfde te weigeren.
De keerzijde van zo’n avond was overigens wel dat Willy veel te bescheiden was om een goed honorarium te vragen voor zo’n optreden. Hij nam wat men hem gaf. En zo bleven hij en zijn moeder al die tijd arm.
Soms kreeg hij wel een redelijke vergoeding voor zijn schnabbels bij gerenommeerde acts. Zo speelde Willy ooit een blauwe maandag de contrabas bij het Radio Showorkest van Theo Uden Marsman, omdat de oorspronkelijke bassist, volgens Willy dan, altijd dronken kwam opdagen. En Willy deed ook wel eens mee met The Drifting Five met voorman Leen Huizer, later bekend als Lee Towers. “Met Willy erbij was het altijd lachen”, zei Towers ooit in een interview.
Wally McKey was jarenlang de begeleider, manager en chauffeur van Willy. Zij leerden elkaar in de 1988 kennen. McKey werkte destijds voor Veronica’s Roadshow, en het viel hem destijds al snel op dat hij met de kleine man uit Dordrecht een bijzonder talent in huis had. Niet alleen zong Willy van Batenburg zijn eigen liedjes over uiteenlopende onderwerpen als Tirol, de bevrijding en buurvrouw Corry, maar ook zong hij deze liedjes in een zelfverzonnen brabbeltaaltje van halve Duitse en Nederlandse woorden en ging hij gekleed in een Tiroler lederhosen en hoge kniekousen. Het bij de roadshows aanwezige publiek viel en masse voor deze zachtaardige malloot, enerzijds uit hilariteit en anderzijds uit respect voor z’n leeftijd. Volgens McKey “was er iets aan Willy wat anderen ontberen: een onbevangenheid die mensen onmiddellijk ontroerde”. Het begin van hun samenwerking viel precies samen met Willy’s pensionering. Vanaf zijn 61ste hoefde hij namelijk niet meer dagelijks naar de sociale werkplaats om Philips-lampjes in te pakken.
Er werden een tweetal CD’s opgenomen, beide werden een financieel debacle en bij Willy’s overlijden in 2000 waren de financiële wonden van deze twee projecten nog niet helemaal geheeld. Volgens McKey heeft niemand behalve de platenmaatschappij ooit een cent gezien van de opbrengst.
In contrast met deze financiële sof stond het enorme succes in het land. Vooral Radio Rijnmond ging de kleine zanger enorm promoten. Zo lieten ze hem bijvoorbeeld de dagsluiting inspreken. Daarna sloeg de vlam over naar de rest van het land.
In 1994 stond het duo Van Batenburg/McKey op een Utrechts corpsfeest. Het optreden verliep, zoals alle andere optredens in die dagen, zeer succesvol. McKey zorgde af en toe voor een grappige opmerking, terwijl Willy zong en jengelde op zijn banjo. De dolle menigte sloot hem in de armen. In al die jaren kwam het nooit voor dat Willy bekogeld werd. Of dat men bier over hem heen gooide, hoe dronken de studenten ook waren. Er bestond altijd een soort van respect.
Willy had zich die avond een beetje benauwd gevoeld. Het waren zware weken geweest en hij was erg moe. Toen hij van het podium stapte, miste hij een tree. Hij viel, brak zijn stuitbeen en kneusde een aantal ribben. Per ambulance blies de kleine zanger zijn aftocht.
Het incident was voor alle betrokkenen het sein dat het zo niet verder kon. McKey annuleerde een reeks optredens en temperde hun beider wens om een nieuwe hit te scoren, hoewel de enorme (commerciële) aandacht voor Willy van Batenburg bleef bestaan. Ook de buren Corry en Frits gingen wat strenger op Willy letten. Zij zagen de keerzijde van zijn succes: de dagen dat hij moederloos thuis zat. Omdat hij lichamelijk uitgeput was. Of omdat hij weer eens bijzonder weinig had verdiend aan een optreden. Maar Willy wilde en ging door. Na een optreden tijdens het jaarlijkse feest van de Feyenoord supportersvereniging op 28 januari 2000 werd Willy onwel. Hij werd per ambulance naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij twee dagen later overleed aan een hartaanval. Willy werd 72 jaar oud.
Bronnen:
- Artikel van Martijn Haas in Nieuwe Revu “Willy, eenzaam aan de top”.
- Regionaal Archief Dordrecht..
- Eigen onderzoek Stichting Streekarchief Eiland IJsselmonde.
Kwartierstaat:
Klik op de afbeelding voor een grotere weergave...
Auteur: M. Verhoef